INNER LIFE – Muziek als ontmoeting

01.09.2024

Ik denk dat we terug vrij zijn — Wim Henderickx

Een nieuwe benadering

In de loop van 2017 werkte de Britse onderzoeker Louise Nelstrop met filmmaker Pol Herrmann aan een documentaire over de relatie tussen mystiek en kunst. Complete Surrender (2019) presenteert op een aangrijpende en meeslepende manier de antwoorden op de vraag ‘wat is liefde’ door vijf hedendaagse kunstenaars – beeldend kunstenares Anne-Mie Van Kerckhoven, schrijfster Aline Kiner, singer-songwriter An Pierlé, dirigent Hendrik Vanden Abeele en componist Wim Henderickx. Tijdens de voorbereidingen van de film werd Henderickx uitgebreid geïnterviewd door Nelstrop, die het ruwe klank- en beeldmateriaal van meer dan een uur diepgaande gesprekken ter beschikking stelde in januari 2022.

Op het moment van het interview was de componist volop bezig met de voorbereidingen van het muziektheaterwerk Revelations voor Muziektheater Transparant en HERMESensemble. Maar in zijn achterhoofd sleutelde hij al aan het conceptuele kader voor zijn opera De Bekeerlinge (The Convert). Tijdens het interview speelde Henderickx stukjes op zijn piano en trom, maakte grapjes en sprak honderduit over wat hij dacht en waar hij mee bezig was. De onderzoekster slaagde erin met haar vragen tot de kern van zijn creatieve ideeën en persoonlijke overtuigingen door te dringen. Het werd duidelijk dat de componist op een keerpunt stond en op zoek was naar een nieuwe benadering van zijn creatieve werk. Tijdens het interview lichtte hij deze zoektocht toe en verwoordde hij drie factoren die van invloed waren op deze nieuwe zienswijze en benadering. Eén had betrekking op de manier om muzikaal materiaal te genereren, één ging over de beleving van muziek door zowel uitvoerders als publiek en één factor betrof de inhoudelijke betekenis van muziek en kunst in het algemeen.

Alles loopt zo… door elkaar

Henderickx vertelde hoe hij met Revelations tot een nieuwe manier van componeren was gekomen: “Alles is niet exact, alles loopt zo… door elkaar. Ik wou dat die muziek niet afgebakend zou zijn … [de musici] gaan veel meer gebruik maken van hun eigen improvisatie rond het muzikaal gegeven – wat je ook terugvindt in muziek uit andere culturen. Ik speel met de afwisseling tussen volledig doorgecomponeerde muziek en improvisatie”. Inderdaad was hij al geruime tijd bezig met het zoeken naar een nieuwe manier van scheppen. Al in 2003 had hij in Confrontations geëxperimenteerd met een schriftuur waarin improvisatie en notatie naast elkaar bestaan en westerse muzikale tradities worden geconfronteerd met niet-westerse invloeden. Vanaf 2007 werd zijn relatie met HERMESensemble in de zoektocht naar een meer open en vrijere benadering een drijvende kracht. In het samenspelen met de musici kon Henderickx zelf als percussionist en als dirigent optreden waarbij hij vanuit de positie van uitvoerend musicus zijn eigen composities kon overschouwen, beleven en bijsturen. In de beginjaren van de samenwerking – met werken als Disappearing in Light  (2007), Medea (2011) en Atlantic Wall (2012) – gebeurde dit nog op een eerder reflectieve manier. Henderickx ging bij de individuele musici op afspraak om een aantal ideeën voor zijn compositie uit te proberen, vaak vonden ook muzikale experimenten in ensembleverband plaats. Uiteindelijk verwerkte de componist alles in zijn partituur, waarbij na uitvoering nog één en ander op punt kon worden gesteld en waarna de partituuruitgave kon volgen. Gaandeweg ontstond er echter een intensere wisselwerking waarbij de rol voor improvisatie en muzikale spontaneïteit niet alleen groter werd maar ook in de composities zelf behouden bleef. Soms gingen de improvisaties een eigen leven leiden. Zo is er Adana (2016), een improvisatie van Henderickx op een Indische raga voor percussie, fluit en altviool die aan fusion jazz doet denken. Het was opgezet als voorstudie voor Revelations en tal van passages uit het muziektheaterwerk vonden hun oorsprong in dit trio. Alleen stonden ze in Revelations in een geheel andere tonaliteit uitgewerkt. De componist die gepokt en gemazeld was in de hedendaagse schriftuur – zijn analyseles over Stravinsky’s Sacre du Printemps aan het Antwerps conservatorium was legendarisch – sloot met zijn doorgecomponeerde partituren en uitgewerkte orkestraties aan bij de grote tradities van de twintigste-eeuwse compositiestijlen. Meer en meer ontstond er echter ruimte voor onverwachte en spontane elementen. In deze evolutie neemt Infinizio (2013) een bijzondere positie in. Het werk vertrekt vanuit vijf muzikale identiteiten en nodigt de uitvoerders uit er op een creatieve manier mee aan de slag te gaan. Diederik Glorieux, jarenlang de vaste assistent van Wim Henderickx, werkt sinds 2022 aan een transcriptie van deze compositie voor alle mogelijke uitvoerders. Grafische notatie vormt hierbij een belangrijk onderdeel, waardoor de compositie ook toegankelijk is voor amateurmusici, kinderen, en mensen met beperkingen. Zijn ambachtelijk meesterschap als componist heeft Henderickx nooit helemaal losgelaten. Gaandeweg maakte Henderickx in zijn creatieve werk echter meer en meer gebruik van opportuniteiten om andere stemmen en visies te betrekken in zijn werk en liet hij het onvoorspelbare toe. Hij maakte daarbij gebruik van zijn verschillende identiteiten als componist, uitvoerder, dirigent en docent. Het is een bekend gegeven dat, na de eerste muzikale lezingen van de partituur voor de opera De Bekeerlinge, Henderickx zijn studenten uit de compositieklas van Koninklijk Conservatorium Antwerpen aan het werk zette om, onder zijn supervisie maar in samenspraak, de orkestratie op punt te stellen. Hij wilde dat muziek een communicatiemiddel zou zijn, hij wilde zoveel mogelijk andere stemmen een rol geven in het creatief proces.

Buiten de tijd

Aan Louise Nelstrop legde de componist uit hoe hij ook een andere beleving bij het publiek wilde uitlokken. “Ik wil het publiek betrekken in de ruimte – het publiek plaatsen tussen de zangers en musici, met de mogelijkheid om alle kanten op te kijken. Dat geeft voor mij het gevoel dat je deel kan worden van iets dat buiten de tijd staat. […] Je bent niet alleen toeschouwer maar neemt deel aan het gebeuren”. Henderickx streefde ernaar zoveel mogelijk mensen met uiteenlopende sociale en culturele achtergronden samen te brengen in grootschalige projecten, waarbij soms een volledige gemeenschap van een stad of regio kon participeren. In 2015 probeerde de componist alternatieve opstellingen uit met Visioni ed Estasi voor een combinatie van drie professionele koren met een ongelimiteerd aantal amateurzangers. In het muziektheater Revelations werd in de enscenering het publiek rondom de muzikale uitvoering geplaatst. In 2020 voerde Henderickx met vocaal ensemble Psallentes Colors uit in een opstelling waarbij het publiek rond een kern van solisten zat. Een groot amateurkoor en de live electronics werden rondom publiek en kern opgesteld. Uitvoerders én publiek zaten zo midden in de actie. Colors was een deel van Antifoon (2014) waarmee volop werd geëxperimenteerd met zowel een open schriftuur als een alternatieve ruimtelijkheid. De compositie voor twee orkesten, koor, elektronica, klokken en sirenes stelt honderden uitvoerders in staat gelijktijdig te improviseren op basis van aangegeven energieën, registers en klankkleuren. Zelfs in De Bekeerlinge, geconcipieerd voor de operapodia, experimenteerde hij met het Antwerpse stadskoor van Madam Fortuna – dat in de operazalen van Antwerpen en Gent zelf kon opduiken te midden van de toeschouwers – en met een spatialisatie van de elektronische klanken in de ruimtes.

Een open spiritualiteit

Wim Henderickx had een bijzondere relatie met het Oosten. Hij maakte dankbaar gebruik van niet-westerse invloeden in zijn composities, zowel in de tonaliteit als in de timbres. In de koperpartijen voor het hoboconcerto Empty Mind I bijvoorbeeld zijn op unieke wijze Tibetaanse hoorn- en bazuinklanken te herkennen in een westerse hedendaagse compositie en de elektronica en frases in de Raga III voor altviool refereren ondubbelzinnig naar Indische klassieke muziek. Maar ook in filosofisch opzicht zette Henderickx zich in complexe en enigmatische filosofische concepten te vertalen naar een muzikale wereld (bijvoorbeeld het concept ‘sunyata’ in Void uit 2007 of Nada Brahma uit 2005). In zijn klarinetconcerto Sutra uit 2022 keert hij nog terug naar zijn inspiratiebronnen uit het Hindoeïsme. Gaandeweg nam hij echter een meer open houding aan ten opzichte van spiritualiteit in muziek en kunst, niet meer zo strikt verbonden met het Oosten. Henderickx verklaarde aan Nelstrop: “Ik denk dat de 21e eeuw de eeuw is waarin mensen terug op zoek gaan naar spiritualiteit in een ruime betekenis van het begrip. De kracht van muziek en van kunst in het algemeen kan een hulp bieden om in een andere wereld te komen, of je eigen wereld te kunnen verlaten of te verruimen. Mensen willen niet altijd meer naar een instituut gaan – een kerk of een moskee – maar zoeken een open belevingsruimte. […] Het theater is niet altijd profaan maar kan evengoed een intense, mystieke plek zijn. Ik denk dat hier op het moment een enorme nood aan is. Twintig jaar geleden zou ik zelf afstand hebben genomen van die idee. Toen was ik veel meer bezig met het boeddhisme en oosterse filosofie. […] Ik denk dat we nu in een tijdperk komen dat alles terug open komt te liggen zowel wat betreft spiritualiteit als muziek – ik denk dat we terug vrij zijn”.

Muzikale alchemie

In de opera De Bekeerlinge (The Convert) komen bijna alle elementen van het denken van Wim Henderickx samen in een Gesamtkunstwerk: een open spiritualiteit, de zoektocht naar verbinding tussen verschillende religies en culturen, zijn interesse voor vroege vormen van westerse meerstemmigheid, elektronische muziek, en de samenvoeging van diverse kunstvormen.  Naast solisten, een groot orkest en koor introduceerde hij een belangrijke elektronicapartij, een gemeenschapskoor, een kinderkoor, en instrumenten uit verschillende tradities zoals duduk, ud en qanun. Toch is de opera vooral een hoogtepunt in het componeerwerk van de “oude” Wim Henderickx – de ambachtelijke meester die in de lijn van de grote compositietradities dacht en werkte. Na de première van de opera in het voorjaar van 2022 richtte de componist zich op de uitwerking van een werk waarin zijn nieuwe benaderingswijze centraal zou staan. Tijdens de coronapandemie van 2020-2021 werd tijdens lange gesprekken met Kevin Voets in het Antwerpse stadspark – om de voorgeschreven afstandsregels in acht te nemen – een inhoudelijk concept ontwikkeld. Het werk zou Inner Life heten en een grootschalige, open, interactieve, participatieve en experimentele multimedia-installatie worden. Het werk diende zowel een compositie te zijn als een alchemistische formule – of een spel; een recept voor een artistiek experiment waaraan alle mogelijke muzikale persoonlijkheden en groepen zouden kunnen deelnemen.

Henderickx zou een nieuwe partituur maken, met een duur van zeven maal zeven minuten, voor een basisbezetting van zeven ‘ingewijden’. De partituur zou deels doorgecomponeerd worden, deels open; op sommige plaatsen precies genoteerd, op andere plaatsen grafisch weergegeven. Het stuk werd ‘web-gestructureerd’: het zou bestaan enerzijds uit muzikale objecten – sommige melodisch, sommige timbraal van aard, sommige concreet, andere aleatorisch. Anderzijds zouden er verschillende ‘uitvoeringsstrategieën’ of paden worden voorgesteld. De compositie zou vertrekken van een basisbezetting van zeven uitvoerders, maar verschillende ‘doorgangen’ naar andere uitvoeringslagen bieden, die door een veelheid aan uitvoerders kunnen worden geïnterpreteerd. Een uitvoering van Inner Life zou zo altijd anders zijn. In principe zou het werk door zeven uitvoerders gespeeld kunnen worden. Maar Inner Life is ook geschikt om veel meer mensen in de alchemistische smeltkroes te betrekken, inclusief grotere groepen performers. Koren, fanfares, percussiegroepen, amateurverenigingen van verschillende niveaus kunnen deelnemen en samenwerken in een levend laboratorium en op experimentele wijze een nieuw kunstwerk en een nieuwe ervaring creëren. De compositie is geschikt voor deelname van alle ‘efemere’ kunstdisciplines – muziek, dans, vrije expressie maar bijvoorbeeld ook live action tekenen en videokunst. Hiervoor werden een paar duidelijke en eenvoudige spelregels uitgewerkt. Inner Life zou worden gerealiseerd door de zeven delen van het stuk op één dag uit te voeren waarbij elk deel op zichzelf staat. Het publiek zou worden uitgenodigd om de gebruikelijke concertervaring te verbreden. Luisteraars kunnen één, meerdere of alle optredens van Inner Life meemaken – geheel of gedeeltelijk. De gebruikelijke, lineaire ervaring van een concert wordt vervangen door een cyclische gebeurtenis.

In het voorjaar van 2022 ging Henderickx concreet aan de slag. In samenwerking met Diederik Glorieux werden de basisschetsen voor de compositie uitgewerkt. Voor de muziekelektronica werkte hij zoals steeds nauw samen met Jorrit Tamminga. Hij voerde ook verkennende gesprekken met Aïda Gabriëls die had getekend voor de enscenering van de premièrereeks in najaar 2023.  Inner Life werd opgebouwd uit zeven delen waarbij in elk deel een muzikaal element zou domineren – puls, textuur, akkoorden, stilte, ruis, melodie en trillingen. Het priemgetal zeven zou in alle lagen van de compositie een structurele rol spelen. Alle muzikale elementen werden verbonden met buitenmuzikale inspiratiebronnen die op hun beurt refereren aan symbolische en filosofische ideeën. De compositiestructuur werd gespiegeld aan de Shri Yantra, een complexe geometrische figuur die in de hindoeïstische traditie werd geassocieerd met de structuur van het universum en de kosmische orde en als hulpmiddel voor meditatiepraktijken werd gebruikt.

Zeven delen

Het eerste deel, Vibrations, werd geïnspireerd door de lotus, symbool van voortdurende variatie, verfijning, warmte, liefde en harmonie. Het muzikale thema is voortdurend in beweging maar ademt tegelijkertijd sereniteit en balans.

In het tweede deel, Pulsations, ligt de nadruk op de ‘bindu’ – de stip in het midden van de Shri Yantra –   als symbool voor singuliere gebeurtenissen, voor de oorsprong van waaruit vorm zich ontwikkelt. Pulsaties kunnen worden herkend in de ritmische onderstroom die een diepere samenhang van de compositie waarborgt. De puls representeert zowel het idee van individuele identiteit als de dynamische communicatie tussen verschillende delen.

Het derde deel, Texture, is gebaseerd op de cirkel. Hier ligt de focus op geleidelijke transformatie en organische overgangen tussen muzikale elementen. Herhalende patronen en structuren spelen een sleutelrol, waarbij alle muzikale parameters samenwerken als een geheel. Begin en einde vloeien in elkaar over en er vindt een voortdurende evolutie plaats.

Voor het vierde deel, Chords, was het vierkant de inspiratiebron, symbool voor duidelijke afbakening. In deze sectie worden elementen helder gedefinieerd en krijgen ze een specifieke plaats en functie binnen de compositie toebedeeld. Repetitieve elementen versterken de structuur en alles heeft een vaste, onveranderlijke rol, wat bijdraagt aan een gevoel van stabiliteit en orde binnen het geheel.

Het vijfde deel, Silence, onderzoekt de kracht en energie die schuilgaan in stiltemomenten. Hier staan ideeën van evenwicht, stabiliteit en harmonie centraal, gesymboliseerd door de driehoek. Vrouwelijke en mannelijke dynamieken worden tegenover elkaar uitgespeeld. Stilte was altijd al een fascinatie voor de componist – bijvoorbeeld in zijn verschillende zettingen van In Deep Silence. Hij zocht een innerlijke energie, een kracht die voortkomt uit de stilte zelf — een stilte van waaruit alles ontstaat en waar alles weer in opgaat.

In het zesde deel, Noise, keert de lotusfiguur terug als symbool. Hier ontstaat harmonie uit een complexe maar organische structuur. Meervoudige lagen en dimensies worden verkend, waardoor een rijke textuur ontstaat die zowel complex als natuurlijk aanvoelt.

Het zevende en laatste deel van de compositie, Melody, is geïnspireerd door de cirkel, zoals het derde deel. Het symbool voor oneindigheid en eeuwige terugkeer vormt een perfecte afsluiting van de cyclus. De keuze voor de cirkel als inspiratiebron weerspiegelt niet alleen de muzikale structuur maar ook de bredere levensfilosofie van de componist. Voor Henderickx symboliseert de melodie het leven zelf, gekenmerkt door herhaling, continuïteit en een cyclische opvatting van tijd.

De muzikale opbouw gaat verder dan louter klank en ritme; ze vormt ook een vertaling van de manier waarop Wim Henderickx in de wereld stond. Vibrations belichaamt zijn streven naar evenwicht en harmonie in het leven, terwijl Pulsations de nadruk legt op identiteit en de communicatie tussen mensen met diverse achtergronden. Melody ten slotte staat symbool voor het leven zelf, waarbij de cirkel als eindpunt en tegelijk als nieuw begin fungeert. Het priemgetal speelt een centrale rol in tal van werken van Wim Henderickx. In Inner Life is het werk opgebouwd uit zeven hoofddelen, elk deel is op zijn beurt weer onderverdeeld in zeven onderdelen. Bij de uitvoering van deze compositie voorzag Henderickx in verschillende mogelijkheden qua lengte. Zo kan elk deel worden beperkt tot zeven minuten, of de compositie kan worden uitgebreid tot 7 x 7 minuten, wat in totaal 49 minuten oplevert. Tussen elk van de onderdelen voorzag hij bovendien een transitieperiode van 11 minuten, wat de totale duur van de uitvoering op maximaal 6 uur en 49 minuten brengt. Ook op microniveau speelt het priemgetal een belangrijke rol in deze compositie. Aan elk onderdeel zijn zeven muzikale identiteiten gekoppeld, die dienen als inspiratiebron voor de melodieën. De orkestratie of instrumentatie is vrij, maar ook hier wordt gewerkt met verschillende kleuren, waarbij het priemgetal steeds een structurerend element vormt.

Het raadsel van Inner Life

Op 18 december 2022 kwam Wim Henderickx geheel onverwacht te overlijden. Hij overleed in zijn werkkamer te midden van tal van partituren en composities die in volle voorbereiding waren. Het basismateriaal voor Inner Life was grotendeels uitgewerkt, het stond minstens conceptueel op punt. Verschillende delen waren afgewerkt en voor assistent Diederik Glorieux en elektronicaspecialist Jorrit Tamminga was duidelijk op welke manier de voltooiing moest gebeuren. Er rezen echter fundamentele vragen bij de manier waarop die ‘afwerking’ moest worden opgevat. Henderickx had immers de gewoonte en verwachting met zijn afgewerkt materiaal nog aan te slag te gaan in improvisatie- en experimenteersessies met de musici van HERMESensemble en voor de voorziene creatie in DE SINGEL in 2023 zou hij bovendien ook met de jonge wolven van Nemø ensemble aan de slag gaan, die een tweede groep van zeven uitvoerders vormen. Het was daarbij zeker de bedoeling van Henderickx om zelf mee te spelen als percussionist en in nauwe interactie met de musici de partituur nog aanzienlijk bij te schaven. Die interactie was geen optie meer en het ‘afgewerkte’ materiaal stelde de uitvoerders voor tal van vragen naar interpretatie en uitvoering toe. Er werd besloten in overleg met de premièreplek DE SINGEL en producent Muziektheater Transparant de creatie van het muziektheaterwerk met een jaar uit te stellen. Er werd de tijd genomen om het materiaal grondig te analyseren en de mogelijkheden te verkennen. Diederik Glorieux werkte, met de ondersteuning van Hannes Vanlancker, de basispartituren af in het voorjaar van 2023. In juni vond in de HERMESstudio in Het Kanaal in Wijnegem een eerste muzikale verkenning van Inner life plaats. Met twee keer zeven musici werd onder leiding van Glorieux en begeleid door de electronics van Tamminga een lezing van het materiaal opgezet waarbij de artistieke opties en mogelijkheden van het stuk werden geopenbaard. In februari 2024 vond in het Antwerpse provinciehuis een tweede exploratie plaats waarbij alle delen van Inner Life op hun muzikale mogelijkheden werden verkend. Een essentieel element in dit proces was het behoud van de visie van Wim Henderickx waarbij een ruime mate van vrijheid en initiatief bij de uitvoerder kwam te liggen. Hij wilde voorkomen dat een uitvoering te gepland en cerebraal zou overkomen en in de plaats daarvan spontaniteit en levendigheid tot de kern maken van de muzikale gebeurtenis. Tijdens de repetities en verkenningssessies werd het basismateriaal stap voor stap doorgenomen en werden de verschillende uitvoeringsmogelijkheden blootgelegd. Elke groep en elke individuele uitvoerder zocht naar hun eigenheid in het werk. Henderickx voorzag een aantal muzikale elementen en een kader waarbinnen geïmproviseerd kon worden maar Inner Life gaat boven alles over de zoektocht naar een eigen stem in een communicatie tussen individuen en groepen. In Inner Life nodigt de muziek uit tot ontmoeting. De uitvoering is dus geen vaststaand evenement maar altijd een proces waarin de deelnemers elkaar muzikaal confronteren, leren kennen en samen een weg afleggen.

De premièreversie

Voor de creatie in DE SINGEL en de daaropvolgende uitvoeringen in Dessel (Tabloo) en Den Bosch (November Music) werd geopteerd om een muzikaal geënsceneerd traject op te zetten waarbij alle elementen uit de compositie op een bevattelijke manier zouden kunnen worden gedeeld met een publiek. In plaats van een maximale, dagvullende uitvoering werd een aaneenschakeling van eerder korte versies van elk deel voorbereid; een segment duurt nooit langer dan twee keer zeven minuten.

De keuze van de instrumenten en zangers in de specifieke onderdelen werd geïnspireerd door eerdere samenwerkingen in andere composities van Wim Henderickx. De volgorde van de onderdelen zoals genoteerd in de partituur wordt bij deze uitvoering niet strikt gevolgd. Henderickx voorzag en wenste zo’n flexibele benadering, waarbij de uitvoering bepaald kon worden met inachtneming van zowel de locatie als de deelnemende artiesten. Elke uitvoering moet anders zijn. Doorheen de delen vormt de elektronische partij een constante om een samenhangende klankwereld te bekomen.

In haar regie bevraagt Aïda Gabriëls de collectieve publiekservaring – het collectieve ‘zijn’ – door het protocol van het theaterritueel overhoop te halen en een harmonieuze individualiteit op te zoeken waarbij geresoneerd kan worden met de ander. Welke trillingen brengt de ontmoeting van de ander met onszelf met zich mee? Tijdens de uitvoering maakt het publiek een wandeling doorheen de verschillende ruimtes van de concertlocatie, waardoor het gebouw op een nieuwe manier kan worden beleefd. Er wordt afgestapt van de verwachtingspatronen die gepaard gaan met het betreden en bezoeken van een gebouw. Er is niet enkel een muzikale ontdekkingstocht maar een totaalervaring waarbij alle zintuigen geprikkeld worden.

Het eerste onderdeel, Vibrations, wordt uitgevoerd door een groot gemeenschapskoor, begeleid door elektronica. Het koor wordt opgedeeld in zeven groepen die verspreid staan in de inkomhal van het gebouw. De zeven groepen “vibreren” ook zelf, doordat ze een spel spelen waarbij de zangers van de ene naar de andere groep kunnen migreren.

In het tweede deel, Silence, gaan de zangeressen in dialoog. Omgevingsgeluiden worden geaccepteerd als een extra soundscape, waardoor fysieke stilte nooit volledig mogelijk is. De solisten beogen een innerlijke stilte op te roepen en te delen met het publiek.

In het derde deel, Chords, komen blazers en elektrische instrumenten aan bod. Zij musiceren onafhankelijk van elkaar volgens patronen en inspiratiebronnen die in de partituur zijn aangegeven.

Het vierde deel, Noise, is een installatie voor luidsprekers, waarbij omgevingsgeluid het vertrekpunt vormt. De installatie neemt dit geluid geleidelijk over, waardoor een transformatie van stadsgeluiden naar compositie plaatsvindt.

In het vijfde deel, Pulsations, gaan de strijkers van HERMESensemble en Nemø ensemble in dialoog met de jonge basketbalspelers. Door performers met geheel eigen achtergronden samen te brengen, ontstaat een unieke pulsatie en drive.

In het voorlaatste deel, Texture, laten musici uit de stad hun eigen geluid horen. Ideeën en inspiratiebronnen worden onderling doorgegeven, wat resulteert in een organische ontwikkeling van het muzikale materiaal.

Het laatste deel, Melody, brengt alle musici samen. Dit deel is zo opgebouwd dat het verwijzingen bevat naar de voorgaande zes onderdelen, wat culmineert in een climax waarbij de klank uiteindelijk opnieuw aan de stad wordt teruggegeven.

Inner Life is een ode aan de harmonieuze diversiteit. Het werk is een viering van de persoonlijke beleving en een uitnodiging om van daaruit een verbinding te zoeken met de ander en de omgeving.

Aïda Gabriels, Diederik Glorieux en Kevin Voets, augustus 2024

Verantwoording illustraties:

  1. Wim Henderickx gefotografeerd in 2013 ©Milan Henderickx
  2. Wim Henderickx gefotografeerd in 2013 ©Milan Henderickx
  3. Wim Henderickx aan het werk met zijn studenten Compositie tijdens de voorbereidingen van De Bekeerlinge ©Bea Steylaerts 2022
  4. Wim Henderickx en Lore Binon tijdens een uitvoering van Revelations. Foto van Koen Broos ©Muziektheater Transparant 2017
  5. Wim Henderickx tijdens een brainstorm voor De Bekeerlinge met auteur Stefan Hertmans en librettist Krystian Lada ©Bea Steylaerts 2022
  6. Afbeelding van de Shri Yantra
  7. Schets Inner Life Wim Henderickx 2022
  8. Schets Inner Life Wim Henderickx 2022

 

Met dank aan Bea Steylaerts, Melissa Portaels en Hannes Vanlancker