Become John
22.09.2024
Een bijdrage van Jasper Croonen voor DE SINGEL.
All sound heard at the greatest possible distance produces one and the same effect, a vibration of the universal lyre […] There came to me in this case a melody which the air had strained, and which had conversed with every leaf and needle of the wood, that portion of the sound which the elements had taken up and modulated and echoed from vale to vale.
– Henry David Thoreau, Walden
John Luther Adams is een man die floreert in onherbergzame landschappen. Op dit moment leeft de Amerikaanse componist op een niet nader gedefinieerde plek in de Chihuahuawoestijn, een enorm gebied dat zich uitstrekt van de gelijknamige Mexicaanse staat tot Texas in de Verenigde Staten. Maar de plaats waar hij voor eeuwig mee geassocieerd zal worden, is Alaska. Die afgelegen regio rond de poolcirkel heeft Luther Adams – zelf heeft hij het liefst gewoon John – decennialang zijn thuis genoemd.
In zijn etherische, uitgepuurde muziek kan je niet anders dan de desolaatheid van die wildernissen horen, niet het minst in zijn befaamde Become Trilogy. Drie werken waarin hij achtereenvolgens rivier, oceaan en woestijn verklankt in zijn geheel eigen toontaal. De omgeving en de noten zijn zo innig met elkaar vervlochten dat de ene bijna niet zonder de andere kan. “Mijn relatie tot een plaats, met de plaats waar ik kies om te leven, is voor mij altijd een diepe inspiratiebron,” zei de componist daarover in een interview met radiopresentator Bruce Duffie.
Om de muziek ten volle te begrijpen, moet je dus ook proberen de omgeving te vatten. Helaas: er was geen budget voor een tripje over de plas om al die natuurpracht zelf te gaan ervaren. Gelukkig zijn heel wat auteurs me voorgegaan, en kunnen we dankzij hun beschrijvingen toch een beter beeld krijgen van deze biotopen.
The Chihuahuan Desert is a landscape of almost overwhelming space – its flat basins seem to stretch beyond forever. Its sweeping expanses do not photograph well, blurred by the blue haze of distance, by searing heat, and by dust-laden winds. Its aridity is pervasive, sucking moisture equally from soil and skin, from plant and animal. Except for the intense blue of the sky, its prevailing colors are faded, as if bleached by the ever-present sun. It looks shabby. The ground between the sparse shrubs is bare as a dirt yard; windblown soil lies like dry powder on every surface. The Chihuahuan Desert seems empty, forbidding; people hurry through on their way to somewhere else.
– Susan J. Tweit, Barren, Wild and Worthless
Nochtans groeide JLA niet op in de woeste ongereptheid. Zijn vader was directeur voor een Amerikaans telecombedrijf en het gezin Adams verhuisde veel. John Luther werd geboren in het plaatsje Meridian in de staat Mississippi en groeide op in Millburn, New Jersey. Daar, in suburbaan New York City, zette hij ook zijn eerste muzikale stappen. Niet als componist, maar als garagerocker. Hij drumde in verschillende groepjes met vrienden, mocht zelfs opwarmen voor The Beach Boys, en raakte verslingerd aan de muziek van Frank Zappa.
Wanneer die in 1966 met zijn band The Mothers of Invention het album Freak Out! op de wereld loslaat, gaat er voor John Luther Adams een nieuwe wereld open. Op de platenhoes citeert Zappa namelijk zijn grote voorbeeld Edgard Varèse: “The present-day composer refuses to die!” Adams tuimelt linea recta in de wereld van de avant-garde. Van Poème Électronique gaat het al snel naar Karlheinz Stockhausen, Iannis Xenakis, György Ligeti en vooral zijn landgenoot John Cage. “Toen ik hen eenmaal ontdekt had, verloor ik snel mijn interesse in de tegentijden en de drie akkoorden van de populaire muziek” zei Adams daarover in een interview met Alex Ross van de New Yorker. “Ik zat nog wel in bands, maar die werden steeds weirder.”
Have you also learned that secret from the river; that there is no such thing as time?” That the river is everywhere at the same time, at the source and at the mouth, at the waterfall, at the ferry, at the current, in the ocean and in the mountains, everywhere and that the present only exists for it, not the shadow of the past nor the shadow of the future.
– Herman Hesse, Siddhartha
John Luther Adams besluit volop voor het componistenbestaan te kiezen. Dankzij een kennis komt hij erachter dat er aan de andere kant van het land een experimentele nieuwe kunstschool geopend is. Dat spreekt hem heel wat meer aan dan het sérieux van de vermaarde Columbia-universiteit in New York. Adams trekt daarop naar wat misschien wel zijn meest atypische plek wordt: het drukke stedelijke gewemel van Los Angeles.
Aan het California Institute of the Arts baant hij relatief makkelijk zijn eigen pad. Onder de auspiciën van zijn leermeester James Tenney mag Adams ongegeneerd de weirde kant van de canon blijven ontdekken. Adams voelt affiniteit met buitenbeenfiguren als Harry Partch, Conlon Nancarrow, Lou Harrison en Morton Feldman. Hij ziet hen als “componisten die het huis in de fik staken en op nieuwe fundamenten begonnen.” Toch gaat Adams’ passie voor de marge niet ten koste van een stevig metier. Tenney prent zijn student het belang van mathematische rigiditeit in, een les die JLA zijn hele leven zal meedragen. Want hoe dromerig zijn composities ook mogen klinken, in al hun uitgestrekte grootsheid zijn ze ook enorm gestructureerd. “Ik ben tegelijkertijd sensualist en formalist. Ik heb nooit begrepen waarom het niet allebei kan zijn,” zal hij daarover in verschillende interviews zeggen.
Maar Californië is niet alleen voor Adams’ muzikale vorming van tel. Hij raakt er vooral ook begeesterd door de milieubeweging en zoekt al snel naar manieren om zijn engagement te verzoenen met zijn artistieke praktijk. Een van zijn eerste pogingen op dat vlak is zijn werk songbirdsongs, waarin hij – volledig in lijn met de compositorische traditie – vogelgeluiden introduceert in de cyclus. In diezelfde periode kwam Adams immers ook op voor de bedreigde Californische condor.
Al zou hij in die strijd ook actievere stappen ondernemen, en zelf naar de broedplaatsen trekken om de dieren daar te beschermen. Want in het krioelen van de grootstad blijft het bij Adams vooral kriebelen om de natuur in te trekken. Hij heeft zich op jonge leeftijd al vastgebeten in Walden, waarin auteur Henry David Thoreau verslag doet van zijn leven in een primitief hutje ver van de beschaving. Die idylle blijft ook voor Adams het streefdoel. “Ik dacht dat ik net als [hij] in het bos kon leven,” zegt de componist daarover. Dus voegt hij in 1975 de daad bij het woord.
The name Alaska is probably an abbreviation of Unalaska, derived from the original Aleut word agunalaksh, which means “the shores where the sea breaks its back.” The war between water and land is never-ending. Waves shatter themselves in spent fury against the rocky bulwarks of the coast; giant tides eat away the sand beaches and alter the entire contour of an island overnight.
– Corey Ford, Where the Sea Breaks Its Back
Het is opnieuw zijn engagement voor het milieu dat Adams oorspronkelijk naar Alaska lokt. In de eerste plaats trekt hij naar het Hoge Noorden als betoger voor de Alaska National Interest Lands Conservation Act, later wordt hij er aangesteld als directeur van het Northern Alaska Environmental Center. Adams voelt zich er meteen thuis, in zijn thoreauaanse hut aan de rand van de beschaving. Al is het allerminst zijn hoogste doel om zich er van de maatschappij af te keren. Adams blijft een graag geziene gast in Fairbanks, het dichtstbijzijnde stadje, en was er bijvoorbeeld lange tijd bestuurslid van de plaatselijke baseballploeg.
Adams voelt dan ook een enorme affiniteit met de plek en zijn inwoners. Dat verwantschap wil hij muzikaal vertalen, als hulde aan zijn nieuwe thuis. In dat opzicht komt hij met het idee van ‘sonische geografie’ op de proppen. Adams ziet dit als muziek die helemaal vervlochten is met zowel de natuur als de cultuur van een bepaalde plaats. Het is over het algemeen muziek die traag evolueert, want je kan ze volgens de componist alleen schrijven door je lang en intiem te associëren met een landschap.
Het duurt dan ook even voor Adams in Alaska zijn compositorische draai vindt, maar vanaf 1980 schrijft hij er stukken als A Northern Suite en The Far Country of Sleep, waarin hij de weidsheid van de omgeving probeert te vangen in notenschrift. In Earth and the Great Weather duwt hij dat idee nog een stap verder en combineert hij gedichten van de Iñupiat- en Athabascan-volkeren, tapeopnames van natuurgeluiden en percussieritmes die refereren naar Inuit-tradities met zijn eigen verklanking van zijn leefwereld rond de poolcirkel.
In het Become-drieluik vloeien alle inspiraties finaal samen. Het zijn werken die als geen ander het kabbelen van de rivier, het kolken van de golven en het verschroeiende van de woestijn weten te verklanken. Het zijn werken die bestaan omwille van het activisme dat in hun titels en hun noten vervat zit. Het zijn werken gestoeld op JLA’s avant-gardistische voorbeelden, niet in het minst het minimalisme van John Cage, waar Adams met zijn eigen creativiteit en genialiteit een unieke sound aan geeft.
Alaska has long been a magnet for dreamers and misfits, people who think the unsullied enormity of the Last Frontier will patch all the holes in their lives. The bush is an unforgiving place, however, that cares nothing for hope or longing.
There is something disqueting about this Gothic, overgrown landscape.
– Jon Krakauer, Into the Wild
Sinds Into the Wild, het tragische verhaal van de jonge avonturier Chris McCandless die onvoorbereid overleed in de Alaskaanse wildernis, klinkt er steeds meer scepsis over dit soort geïdealiseerde natuurvlucht. Ook Adams sprak zich in het verleden al uit over de “naïviteit, sentimentaliteit en regelrechte dwaasheid die gepaard kunnen gaan met fantasieën om uit de maatschappij te stappen.”
Maar diezelfde naïviteit kan volgens de componist wel leiden tot werk met een intimiderende kracht. “Het heeft veel te maken met de puurheid, de soberheid, de grimmigheid, de leegte en de uitgestrektheid van de open ruimten […] met die ongerepte, sublieme kwaliteit. Dat is heel erg belangrijk voor mij.”