Daar zit muziek in
27.09.2024
Deze tekst van Hendrik Vanden Abeele werd origineel geschreven voor het programmaboekje bij de voorstelling van La Floresta in Concertgebouw Brugge in 2023.
Hans Beckers heeft een huis met een tuin. In die tuin staat een grote boom. Vaak gaat hij daar in die tuin naar die boom staan luisteren. Dat klinkt misschien gek, maar het is heel normaal: wij mensen hebben altijd al onze oren opengezet voor de geluiden van de natuur. Dat moest ook wel, want oermensen die in en met de natuur leefden, dienden alert te zijn voor de gevaren ervan. Ongetwijfeld was voor die oermens het bewust of onbewust beluisteren van omgevingsgeluiden ook een esthetische ervaring. Niet voor niets werden de eerste instrumenten (trommels bijvoorbeeld) gemaakt met materiaal dat uit de natuur gehaald werd (zoals dierenhuiden).
Er is altijd iets te horen
In de 20e eeuw zijn voor de wereld van het luisteren een paar profeten opgestaan. Een beroemd voorbeeld is het werk 4’33” van de Amerikaanse componist John Cage. Een pianist – maar het kan met elk instrument – gaat aan de piano zitten en blijft meer dan vier minuten – maar het kan ook korter of langer – stilzwijgend niets doen. Cage wou met dit experimentele stuk, dat sommigen als een grap zagen maar dat geenszins zo bedoeld was, aandacht vragen voor alle toevallig aanwezige geluiden. Absolute stilte bestaat niet, zei hij. ‘Er is niet zoiets als een lege ruimte of lege tijd. Er is altijd iets te zien, iets te horen. We kunnen nog zo hard proberen het stil te maken – het lukt ons niet.’
De uit Texas afkomstige componiste en accordeoniste Pauline Oliveros gebruikte in de jaren zeventig van de 20e eeuw voor het eerst de term ‘deep listening’. Diep luisteren was voor haar een heel aandachtige, op de omgeving gerichte benadering van luisteren, waarbij onder musici, en tussen musici en hun publiek een akoestische connectie ontstaat. Een verbinding met elkaar en met de omgeving. Oliveros wees uitdrukkelijker dan ooit op het onderscheid tussen horen en luisteren. Het eerste ‘is de fysieke manier die perceptie mogelijk maakt’, het tweede ‘is aandacht geven aan wat akoestisch en psychologisch wordt waargenomen’. De meest intense manier van luisteren, waarvoor ze dus de term ‘deep listening’ bedacht, omschreef ze als ‘op iedere mogelijke manier luisteren naar alles wat je kunt horen, ongeacht wat je aan het doen bent; dergelijk intens luisteren omvat de geluiden van het dagelijks leven, van de natuur, van je eigen gedachten en muzikale geluiden’.
Vandaag is er veel aandacht voor de brede akoestische omgeving waarin we leven. Universiteit Leiden heeft zelfs een professor ‘auditieve cultuur’: de Rotterdammer Marcel Cobussen. De titel van zijn recentste publicatie spreekt boekdelen: Engaging with everyday sounds (vrij vertaald: Aan de slag met alledaagse geluiden). Naast de meer esthetische, muzikale en artistieke implicaties daarvan, legt Cobussen zich ook toe op de dagelijkse geluidsbeleving. Hij wordt bijvoorbeeld door overheden gevraagd te bestuderen hoe de aandacht voor geluid een grotere rol zou kunnen spelen in de inrichting van openbare stedelijke ruimtes.
Een manier van in het leven staan
Maar terug naar de tuin van Hans Beckers. Daar staat Hans dan, voor die grote boom die een eigen lied zingt. Hij mijmert over de prangende klimaatcrisis, het belang van de kwaliteit van ons leefmilieu en het behoud van ecosystemen. ‘La Floresta’, zegt Hans, ‘is mijn manier om een antwoord te bieden op de vele complexe vraagstukken die hiermee gepaard gaan’. Met dit werk wil hij een nieuwe context creëren ‘waarin mensen bewust kunnen verbinden met zichzelf, met elkaar, met hun omgeving, maar ook met de stilte en met de klank die de stilte in zich draagt’.
Zo is La Floresta niet zomaar een artistiek werk, ‘maar ook een manier van in het leven staan’. Met zijn werk wil Hans Beckers onze zintuigen ‘oefenen, aanscherpen en optimaal benutten’. Zintuigen, ja, in het meervoud, want niet alleen onze oren worden geactiveerd. We moeten elke dag opnieuw leren kijken, luisteren, voelen, ruiken en proeven, want alleen zo kunnen we ons echt openstellen voor de wereld.
Hans wil zijn publiek in een ‘trance-like state’ brengen, waarin we ‘geluid mogen ervaren in al zijn gelaagdheid’. Hij streeft ernaar om met klanken een ervaring op te wekken, waarin er geen harde grens meer bestaat tussen mensen en hun omgeving.
Knutselen met schelpen en zo
Hoe doet hij dat? Onder meer door het bespelen van natuurlijke materialen als schelpen, bladeren, zaaddozen, zand, stenen en water. Deze refereren aan de oerinstrumenten (die trommels van dierenhuiden, weet je wel). Maar we leven niet meer in de oertijd, en vandaag kunnen we die natuurlijke materialen met allerlei technologische hulpmiddelen capteren, bespelen, bewerken, veranderen. Zo vloeien natuur en technologie samen. Niet in tegenstrijd met elkaar, maar elkaar versterkend én opheffend. Het streven is een totaalervaring te ontwikkelen, waarin natuurlijke geluiden tastbaar worden, en zichtbaar.
Welkom in de tuin van Hans Beckers. Vergeet nu maar de woorden en de zinnen hierboven. Laat dat intellectuele los en open je zintuigen. Beleef onbevangen de visuele en auditieve wereld van La Floresta. Maar zelfs dát advies mag je in de wind slaan. Je bent de baas over je eigen traject. Je hebt deze ervaring zelf in de hand – of je laat je beleving net door de omstandigheden dicteren. De klankenwereld van Hans Beckers is open, vrij, eerlijk. Eén ding staat vast: de alledaagse geluiden om je heen zal je na La Floresta ongetwijfeld nooit meer op dezelfde manier horen.