De ‘enfants terribles’ van de piano

02.02.2025

een bijdrage van Guillaume De Grieve voor De Singel

Olivier Messiaen, Pierre Boulez, Luciano Berio, György Ligeti, Philip Glass … De lijst aan samenwerkingen van de zussen Katia en Marielle Labèque is een goed gevulde ‘Hall of Fame’ van componisten uit de tweede helft van de 20ste eeuw. Al sinds hun beginjaren aan het Parijse conservatorium zetten ze de deur naar nieuwe muziek wagenwijd open. Zo stapte Olivier Messiaen, die er tot 1978 compositieles gaf, hun repetitielokaal binnen toen ze zijn Visions de l’Amen aan het oefenen waren. Het bleef niet bij een complimentje van de componist. De zussen van achttien en twintig jaar mochten het aartsmoeilijke werk voor twee piano’s ook opnemen onder zijn goedkeurend oor. Hun carrière was gelanceerd en hun richting bepaald. En dat allemaal door dat onverwachte treffen.

Een uitgestippeld pad van toevallige ontmoetingen

De zussen Labèque zijn al meer dan 50 jaar ambassadrices van hedendaags klassiek, maar Philip Glass en minimalistische muziek kwamen eerder laat op hun pad. Pas in 2011 brengt een uitnodiging voor het 50 Years of Minimalism Festival de openbaring. De titel van het festival spreekt boekdelen: het feest was al een halve eeuw aan de gang. Gelukkig heeft de minimalistische beweging haar houdbaarheidsdatum nog lang niet bereikt en blijft ze generaties van componisten en muzikanten beïnvloeden. De festiviteiten zijn dus nog niet afgelopen en dat voelden de zussen Labèque maar al te goed aan. Ze duiken in de Four Movements for Two Pianos van Philip Glass en nemen het werk uit 2008 op voor Deutsche Grammophon. Opnieuw vallen ze met hun interpretatie in de smaak bij een componist. Glass, toen al 80 jaar oud, is fan en componeert voor hen zijn Double Concerto for Two Pianos in 2015. Katia omschrijft de magie van Glass als: “Zijn muziek begint met slechts een paar noten, met heel eenvoudig materiaal, en ontvouwt emoties die onverwacht zijn. Hij voert ons ergens anders heen. De muziek kan delicaat zijn in een minimalistisch motief, maar er zijn ook spectaculaire uitbarstingen van lyriek.” De ontdekking van Glass voerde de zussen Labèque mee op een ontdekkings-reis door het minimalisme. Op de première van Glass’ Dubbelconcerto leren ze Bryce Dessner kennen, die op hun vraag een Dubbelconcerto voor hen schreef in 2018. Op de trouw van Dessner leren ze dan weer Nico Muhly kennen. In 2022 componeert hij Certain Circles, een concerto voor – jawel – twee piano’s. “Telkens was het liefde op het eerste gezicht,” vertelt Katia. Zo rolden de zussen in de wereld van het (post-)minimalisme. Initieel op uitnodiging, maar in praktijk op eigen initiatief, als een uitgestippeld pad van toevallige ontmoetingen.

Through the looking glass

De complexe eenvoud in de muziek van Philip Glass (°1937) is al jarenlang gehuld in mysterie. Dankzij Glass, maar ook Steve Reich en Terry Riley, bleef het minimalisme niet steken in het avant-garde milieu, maar sprak het miljoenen mensen aan. Less is more vond het grote publiek. Het spaarzaam omgaan met muzikale ideeën en ze bovendien met minutieuze wijzigingen laten herhalen, bleek een succesformule. Zo werd Glass in de jaren 1970 plots ‘the guy to watch’. De uitvoeringen van zijn werken verhuisden van kunstgalerijen en studio’s van bevriende artiesten naar de Metropolitan Opera en het Festival d’Avignon. Zijn eerste opera Einstein on the Beach, bijvoorbeeld, veroverde in 1976 de internationale festivals. Een duur van vijf uur hield het publiek – dat mocht komen en gaan wanneer ze wilden – niet tegen. Glass groeide uit tot een componist die zowel op het toneel, in de concertzaal als in film- en popmuziek wereldwijd bejubeld wordt. Na onder meer een eerste symfonie, strijkkwartetten, pianostukken en theatermuziek zet Glass zich in de jaren 1990 aan zijn tweede operatrilogie: de Cocteau-trilogie. Orphée (1993), La Belle et la Bête (1994) en Les Enfants Terribles (1996) zijn geïnspireerd op de gelijknamige films van Jean Cocteau, die initieel het levenslicht zagen als roman of toneelstuk. Het werk van de Franse schrijver en regisseur verscheen al vroeg op de radar van Glass toen hij als dertiger in Parijs studeerde bij niemand minder dan Nadia Boulanger, de toonaangevende docente en zus van componiste Lili Boulanger. Daar dook hij niet alleen in de erfenis van Bach en Mozart, maar leerde hij ook een woordje Frans, verslond hij de ‘nouvelle vague’ films en ontmoette hij menig beeldend kunstenaar. Onbewust werd in Parijs een zaadje geplant dat pas 30 jaar later zou ontkiemen tot drie tijdloze orchideeën. Glass vertelt hierover: “Toen ik aan de Cocteau-trilogie begon te schrijven, was mijn eerste idee om de onderliggende thema’s van de drie films naar voren te brengen. Ze zijn het best te omschrijven als een paar dualiteiten – leven/dood en creativiteit zijn de eerste; en de gewone wereld en de wereld van transformatie en magie zijn de tweede.”

Orphée: tussen leven en dood

De dood is in Cocteau’s Orphée inderdaad alomtegenwoordig, niet alleen als hoofdthema maar ook als personage. Cocteau ruilde in zijn herwerking van de beroemde mythe de antieke oudheid in voor Frankrijk in de jaren 40. De gevierde dichter Orphée wordt, wanneer hij getuige is van een dodelijk ongeval, verwikkeld in de plannen van een mysterieuze prinses, de verpersoonlijking van de dood. Hij is helemaal in de ban van de dood en komt dankzij haar chauffeur Heurtebise meer te weten over het komen en gaan van net overleden zielen. Wanneer de prinses verliefd wordt op Orphée en Heurtebise valt voor Eurydice, de vrouw van Orphée, ontstaat er een complex ‘liefdesvierkant’ dat via een spel van leven en niet meer leven de relatie van Orphée en Eurydice onder druk zet. Lang voor er sprake was van digitale animatie gebruikte Cocteau ‘special effects’: de vloeibare spiegels om de onderwereld te betreden waren in feite close-ups van een bad gevuld met kwik, sommige beelden zijn in negatieven gefilmd en personages konden als geesten van het scherm verdwijnen dankzij de superimpositie-techniek. Glass hanteert zijn eigen trukendoos én narratief, met minder aandacht voor Eurydice en meer nadruk op de kunstenaarsrol van Orphée. Een belangrijk kenmerk van zowel de opera als de film is Orphées reis naar de hel, die tweemaal plaatsvindt. De sequens van dalende basnoten in Le voyage aux enfers symboliseert zijn onwennige stappen tussen de twee werelden. Glass volgt Cocteau tot op zekere hoogte, maar laat de terugkeer naar de sterfelijke wereld twee keer horen, terwijl het maar één keer voorkomt in de film. De tedere melodie van Orphée et la princesse transformeert de relatie tussen de twee tot een oprecht liefdesportret, terwijl er in de film lange tijd twijfel is of Orphée verliefd is op het idee van de dood of op de verpersoonlijking ervan. Glass kiest voor het tweede.

La Belle et la Bête: tussen afschuw en liefde

De films van Cocteau vormden niet alleen de inspiratiebron voor Glass, maar hielpen de zussen Labèque ook om de opera’s naar het klavier te vertalen. Marielle geeft toe dat ze de beelden in het achterhoofd heeft tijdens deze complexe oefening. “We proberen alles wat we kunnen te recreëren. Je moet snel vankarakter kunnen wisselen in deze kleine stukjes muziek, maar dat maakt het zo interessant.” Ook in de eerste versie van Glass’ La Belle et la Bête werd de film boven het ensemble en de zangers vertoond. La Belle et la Bête is hét liefdesverhaal van de trilogie, maar bestempel het niet zomaar als een sprookje. Opnieuw wordt het leven van een artiest en zijn creatieve proces in vraag gesteld. De wereld van creatie (belichaamd door Belle) en van de natuur (het Beest) alliëren tot de grootste verbeelding – wat een romantisch 19de-eeuws idee. In het werk van Glass herkennen de zussen Labèque dan ook de romanticus in de minimalist, met echo’s van Schubert en Ravel, die niet toevallig een werk aan Belle en het Beest wijdde. Glass’ muziek beperkt zich niet tot het minimalistische procedé, maar geeft ruimte aan plotse sfeerwissels en korte muzikale ideeën. Niet toevallig beschouwt de componist enkel zijn vroegere werk als minimalistische muziek.

Les enfants terribles: tussen verzorgen en verhinderen

Glass sloot zijn trilogie af met Les Enfants Terribles, maar voor de zussen Labèque was deze dansopera – origineel met dansers, zangers en drie piano’s – het vertrekpunt van het Cocteau-project, simpelweg omdat het toen de enige opera was met een bewerking voor twee piano’s. Na de succesvolle opname uit 2021 herwerkten Philip Glass en arrangeur Michael Riesman op hun vraag ook de twee andere opera’s. In de film uit 1950 begeleidt muziek van Bach en Vivaldi het gekibbel van broer en zus Paul en Elisabeth (Lise). De dood van hun moeder en de zwakke gezondheid van Paul brengt hen snel dichter bij elkaar. Ze hebben slechts enkele gemeenschappelijke vrienden en slapen in dezelfde kamer. “Deze kamer was als een omhulsel waar ze leefden (…) als twee onderdelen van één lichaam,” verduidelijkt de verteller. Het geruzie moeten we dan maar even negeren. Na een kortstondig huwelijk erft Lise een riant stadspaleis met achttien kamers, waarin ook Paul en hun vrienden hun intrek nemen. Glass’ vijfde deel They Lived Their Dream klinkt echter niet als rozengeur en maneschijn: dissonanties tussen de twee piano’s, harde aanslagen en een gehaast loopje van korte noten. Ze leven dan ook in luxe, maar wel erg op zichzelf. Een uitje naar zee is één van de spaarzame beelden die we van de buitenwereld te zien krijgen. Het op elkaars lip zitten escaleert uiteindelijk tot een onvermijdelijk conflict. Wanneer de liefde van Paul voor de vriendin van Lise, Agathe, het bloedverwantschap dreigt te ontwrichten, manipuleert Lise beide partijen. Ze wil niet dat Paul haar verlaat en heeft er veel voor over om dat te voorkomen. De gevolgen ervan zijn catastrofaal … Zie de titel van het laatste deel voor een spoiler.

Een zintuiglijke ervaring

Om je in de dubbelwereld van Cocteau-Glass te loodsen, zetten Katia en Marielle Labèque subtiele middelen in. Boven de twee piano’s zweeft een moderne luster van tl-buizen die op de tonen van Glass veranderen van kleur. Geen kermiskakofonie of felle concertverlichting, maar spaarzaam gebruik van licht helpt de pianisten met hun concentratie én interpretatie, in het moment zijn, in de muziek. Elke opera wordt bovendien voorafgegaan door een audio-opname van Cocteau zelf. Om je helemaal onder te dompelen in de operatrilogie ontwikkelde Francis Kurkdjian een parfum dat tijdens het concert verspreid zal worden. De magie van het kasteel uit La Belle et la Bête, de desoriëntatie uit Orphée’s onderwereld of de leegte van de villa uit Les Enfants Terribles? Elke setting wordt intens voelbaar dankzij de muziek van Glass. Elke emotie wordt merkelijk hoorbaar dankzij het spel van de twee zussen Labèque. “Bestaan wonderen echt?” vroeg Belle. “Jij en ik zijn het levende bewijs.” antwoordde het beest. It takes two for a miracle.