
Debuutconcert Brecht Valckenaers
07.10.2024
Deze tekst is een fragment uit het programmaboekje Ex Nihilo door Pieter Bergé voor Festival 20·21
Soms hoef je niet ver te zoeken om grootse muzikanten te ontdekken. Brecht Valckenaers is een rasechte Leuvenaar, die zich de laatste jaren steeds nadrukkelijker profileert als een geboren musicus.
Als pianist heeft hij al een enorm repertoire in de vingers, waarin de muziek van de 20e eeuw een belangrijke plaats inneemt. Maar Valckenaers profileert zich ook als componist, waarbij hij graag in dialoog treedt met zijn grote voorlopers.
Jeugd zoekt jeugd in het debuutconcert van Brecht. Ligeti schreef als jongeman zijn Musica Ricercata, letterlijk een muzikale zoektocht naar zichzelf. Stuk per stuk verbreedt hij zijn vizier, van twee naar twaalf noten, denderend door de meest uiteenlopende muzikale landschappen.
Pianist-componist Brecht Valckenaers waagt zich nu in Ligeti’s voetsporen. Met de Musica Ricercata in de hand stippelt hij een origineel parcours uit.
Opbouw van het festivalconcert
Het recital van Brecht Valckenaers is een doorlopend geheel dat opgebouwd is uit drie lagen. De eerste en belangrijkste laag is György Ligeti’s Musica Ricercata, een reeks van elf korte composities waarin de componist met verschillende compositietechnieken en stijlen experimenteert. Tussen deze deeltjes verweeft Valckenaers nog twee andere complementaire lijnen: één met (eveneens korte) composities van 20e-eeuwse componisten die met stukken uit Musica Ricercata resoneren; en één met vijf intermezzi die pianist-componist Valckenaers speciaal voor dit recital componeerde.
Ligeti tussen verleden en toekomst
Toen Béla Bartók in 1945 in New York overleed, was György Ligeti nog maar 22 maar al voorbestemd om, samen met zijn generatiegenoot György Kurtág, het muzikale gezicht van het naoorlogse Hongarije te worden. Ligeti studeerde in die periode nog aan het conservatorium van Boedapest (o.a. bij Zoltán Kodály en Sándor Veress) en werd er vervolgens docent harmonie, contrapunt en muziekanalyse. Via Wenen, zijn latere thuisbasis, belandde hij in Keulen, waar hij volop kon kennismaken met de West-Europese avant-gardemuziek. Musica Ricercata dateert van vóór die periode. Ligeti schreef het werk tussen 1951 en 1953, waardoor het een soort scharnierfunctie tussen het verleden en de toekomst heeft. Hij wilde zich ermee loswrikken van de onvermijdelijke Bartók-schaduw – wat in dit werk zeker nog niet helemaal lukte. Tegelijk trachtte hij naar eigen zeggen te “experimenteren met heel eenvoudige structuren, ritmes of sonoriteiten, alsof hij ‘ex nihilo’ begon.”
Musica Ricercata
De betekenis van de titel Musica Ricercata is dubbel. Enerzijds verwijst ‘ricercata’ naar een oud muzikaal genre: het ‘ricercar’ (zie Musica Ricercata XI). Anderzijds betekent ‘ricercata’ in het Italiaans letterlijk ‘onderzochte muziek’. Het werk kan dus opgevat worden als een onderzoek naar muziek of als een zoektocht naar een eigen stijl. In een bepaald opzicht vat Ligeti dat onderzoek zeer letterlijk op: voor het eerste werk gebruikt hij slechts twee verschillende noten en in de tien daaropvolgende stukken telkens één noot meer, tot hij in het elfde deel uiteindelijk het chromatisch totaal van twaalf tonen bereikt (cf. de twaalf toetsen in een octaaf op een piano). De mogelijkheden op het vlak van melodie en harmonie breiden zo gestaag uit, waarmee ook de complexiteit toeneemt. Daarnaast laat Ligeti zich in de verschillende delen inspireren door uiteenlopende genres en stijlen. Zo zijn duidelijke echo’s te horen van onder andere Bartók, Oost- en West-Europese volksmuziek, atonaliteit en polytonaliteit, en vroeg-barok contrapunt.
Klik door …
Op Klassiek Centraal vind je een interview met Chantal De Waele.
Lees het volledige programmaboekje op de website van Festival 20·21.