Het raadsel muziek

08.11.2024

Een bijdrage van Mark Delaere voor Concertgebouw Brugge

Muziek klinkt vrolijk, ernstig, droef, uitbundig, wanhopig of geeft nog aan talloze andere menselijke emoties uitdrukking. De manier waarop dat gebeurt blijft raadselachtig: het is eerder een kwestie van aanvoelen dan begrijpen.

 

Tempo en karakter

Titels die een concrete betekenis aanduiden, ontbreken bijvoorbeeld doorgaans in klassieke muziek. Meestal volstaan een genrebenaming (strijkkwartet, symfonie, pianosonate), tonaliteit en opusnummer. Dat is dus ook het geval voor het Strijkkwartet in f op. 95 (1811) van Ludwig van Beethoven. Zoals gebruikelijk worden de vier delen aangeduid door Italiaanse tempobenamingen. Die zeggen de uitvoerders niet enkel hoe snel of traag ze moeten spelen, maar ook in welk karakter. ‘Allegro’ betekent bijvoorbeeld in eerste instantie ‘vrolijk, opgewekt’, en pas dan ook ‘snel’. De vier bewegingen van Beethovens strijkkwartet dienen bijgevolg opgewekt en briljant (1. Allegro con brio), eerder snel (2. Allegretto ma non troppo), zeer snel en levendig maar ook ernstig (3. Allegro assai vivace ma serioso), en eerder breed, langzaam en expressief gevolgd door eerder snel en nerveus (4. Larghetto espressivo – Allegretto agitato) gespeeld te worden. Uitvoerders brengen deze karakters over naar de luisteraars, zodat deze aanduidingen ook voor hen informatief zijn. Het derde deel is op dat vlak een uitdaging, omdat ‘levendig, vrolijk en snel’ en ‘ernstig’ elkaar lijken tegen te spreken. Dat laatste karakter primeerde voor Beethoven: zo duidde hij deze compositie in het eerste neerschrift aan als ‘Quartetto serioso’.

Leven en werk

Misschien lichten de levensomstandigheden van componisten een tipje van de sluier op? Dat verklaart het succes van componistenbiografieën: luisteraars gaan op zoek naar de betekenis van een werk op basis van informatie over de gemoedsgesteltenis van een componist tijdens het compositieproces. Zo weten we bijvoorbeeld dat Franz Schubert er zeer slecht aan toe was toen hij zijn laatste strijkkwartet componeerde. In juli 1826 schreef hij aan een vriend: ‘Ik heb helemaal geen geld meer en het gaat me ook los daarvan zeer slecht. Maar ik trek me dat niet aan en ben vrolijk’. Het is verleidelijk de openingsmaten van het eerste deel daarop te betrekken. Het kwartet staat in G en opent ook met de grote drieklank van die tonaliteit, echter onmiddellijk gevolgd door de mineur variant daarvan. Een grote en kleine drieklank klinken respectievelijk extravert (‘ik ben vrolijk’) en droevig (‘het gaat me zeer slecht’). Die snelle stemmingswisseling is typisch voor Schuberts muziek, ongeacht in welke periode en levensomstandigheden ze gecomponeerd werd. Muziek in het algemeen en dit strijkkwartet in het bijzonder is veel te rijk om door dergelijk beperkende biografische interpretaties gevat te worden.

Tekst, beeld, klank

Soms geven componisten via een titel of toelichting toch inzage in wat hen drijft. Dat is vanavond bijvoorbeeld het geval voor Ungrievable Lives (2022), het strijkkwartet van Charlotte Bray dat verontwaardiging uitdrukt over de problematiek van kindervluchtelingen en verdriet over hun anonieme dood, ergens in een woestijn of op de Middellandse Zee. De gelijknamige installatie van Caroline Burraway die naar aanleiding van dit concert ook opgesteld staat in het Concertgebouw Brugge, heeft de componiste diep geraakt. Dertien kinderkleedjes hangen op ijzeren haken van een weegschaal, symbool van het recht. Ze zijn vervaardigd uit reddingsvesten die gevonden zijn nabij Lesbos en staan symbool voor dertien miljoen kindervluchtelingen. Je kiest niet waar je geboren wordt, maar het bepaalt wel de levenskansen van elk kind. Hoe wordt daar uitdrukking aan gegeven? Een programmatoelichting suggereert een heldere boodschap, hoewel ook in taal ruis zit op de communicatie tussen zender en ontvanger. De kunstinstallatie is tegelijkertijd concreet en algemeen: de kinderkleedjes verwijzen naar de harde realiteit maar raken ook een diepere emotionele laag. Muzikale klanken verwijzen daarentegen nergens naar, ze bestaan slechts uit trillende lucht. Precies omdat ze niets concreets aanduiden, raken ze ons midscheeps.

Ungrievable Lives. Installatie van Caroline Burraway in de Elbphilharmonie Hamburg

Verontwaardiging en pijn

Verontwaardiging en pijn klinken zeker door in het strijkkwartet van Bray. De luisteraar hoeft wel geen verband te horen tussen de dertien korte fragmenten waaruit dit kwartet bestaat en de dertien zwemvesten van de installatie. Het aantal fragmenten is beslist ingegeven door de installatie, maar het muzikale contrast daartussen is veel meer uitgesproken. De componist volgt een muzikale logica, ook wanneer de zeer luide, dissonante akkoorden en anderzijds de bijzonder fragiele klankkleuren respectievelijk verontwaardiging en pijn verklanken. Het zevende fragment is een passacaglia, een muzikale techniek waarin een basthema onveranderd herhaald wordt. Fragment tien is een duet waarin eerste viool en cello afwisselend een melodie en een statische begeleiding presenteren. Bray dunt de textuur nog verder uit in fragment elf, wellicht het expressieve hoogtepunt van het werk. Het slotfragment is het meest uitgewerkt en bevat ook materiaal uit de vorige deeltjes. Dit alles volgt een muzikale eerder dan buitenmuzikale logica.

 

De compositie van een programma

Componisten scheppen werken, maar uitvoerders en concertorganisatoren ‘componeren’ programma’s. Ze selecteren werken en plaatsen die in een betekenisvolle volgorde. De bedoeling daarvan is natuurlijk de luisteraar te laten aanvoelen dat het geheel meer is dan de som van de onderdelen. In dit programma is die intentie zeer uitgesproken. Het is hoogst uitzonderlijk om een transscriptie van oude muziekwerken op te nemen in een strijkkwartetprogramma. Hier staan het Franse chanson La nuict froide et sombre (1576) van Orlandus Lassus en de lute song Come, heavy sleep (1597) van John Dowland op het programma. De ‘heavy sleep’ van de lute song wordt al in de eerste regel op Shakespeareaanse wijze tot ‘the image of true death’ getransformeerd. In een versie voor strijkkwartet zijn deze teksten natuurlijk afwezig, maar door de titel en het klankbeeld zetten deze transscripties toch de toon voor het volledige concert.

Componisten, musici en luisteraars staan in het leven. Creatie, uitvoering en beluistering van een werk verlenen daar diepgang aan.