
Intolleranza 1960 in zeven stappen
28.04.2025
een bijdrage van Pauline Driesen voor Opera Ballet Vlaanderen
1 — Muziek als leven
Luigi Nono werd geboren op 29 januari 1924, het jaar waarin Mussolini de macht naar zich toetrok in Italië. Het fascistische beleid van Il Duce, en vooral dan het verzet daartegen, zou een enorme impact hebben op Nono’s jeugd. Het was de vlam van een niet aflatend sociaal-politiek engagement dat zijn leven en werk zou tekenen. Nono geloofde er rotsvast in dat hij ook als componist zijn steentje kon bijdragen aan de strijd voor een betere wereld. Verrassend genoeg maakte net die overtuiging hem tot de vreemde vogel van zijn generatie. Ook de jeugd van zijn collega’s – denk aan Boulez en Stockhausen – was getekend door de oorlog, maar om met die gruwel te breken schreven zij muziek die ver bleef van wat zich buiten afspeelde. Ze streefden naar muziek die absoluut zuiver was. Net dat beschouwde Nono als een onmogelijke opdracht. Voor hem gold muziek als een uitdrukking van het leven zelf. Met elke muzikale getuigenis die hij aflegde, hoopte hij van de wereld een betere plek te maken.

2 — Muziek vanop de barricades
Het einde van de Tweede Wereldoorlog betekende geenszins het einde van een woelige tijd. De oorlogen in Algerije en in Vietnam; natuurrampen, overstromingen – zoals die van de Po – die aan honderden mensen het leven kostten en duizenden dakloos maakten; wereldwijde demonstraties tegen (maar soms ook voor) de nog steeds aanwezige geest van het fascisme; politieke nalatigheid met rampzalige gevolgen, zoals in het Belgische mijndorp Marcinelle: ook anno 1960 was de actualiteit niet om vrolijk van te worden. In de jonge Nono maakten al die gebeurtenissen een diep gevoel van verontwaardiging los en een dringende behoefte om te handelen. Het resultaat was Intolleranza 1960. Geloofde Nono dan echt dat muziek in staat was een revolutie te ontketenen? Nee, maar – zo zei hij – net zoals een schilderij of een gedicht kan een compositie wel de voedingsbodem voor verandering zijn. Door de lamentabele toestand van de tijd en maatschappij muzikaal in beeld te brengen, hoopte hij de oren en de ogen van de luisteraar te openen en die ervan bewust te maken dat verandering noodzakelijk was.

De uitzonderlijke schoonheid van Luigi Nono’s muziek vloeit voort uit een zeldzaam samengaan van abstractie en expressie
3 — Opera Actueel
Intolleranza 1960 was Nono’s eersteling voor de scène. Het was een opdrachtwerk voor de Biënnale van Venetië met als eindbestemming La Fenice, het legendarische operahuis. Nochtans had Nono’s generatie geen al te hoge pet op van opera. Voor Boulez mochten alle operahuizen de lucht in. Nono hield het erbij dat een update wenselijk was: een soort opera 2.0, weg van het ritueel, en liefst maatschappelijk relevant. Zijn grote voorbeeld was het epische theater van Brecht en Piscator. Bovendien beschikte opera met muziek al over een eigen vervreemdingseffect, dat de luisteraar doeltreffend zowel op afstand houdt als emotioneel beroert. Muziek grijpt de toeschouwers bij het nekvel en spoort hen vervolgens aan tot actie. Toen Intolleranza 1960 op 13 april 1961 in La Fenice in première ging, bleek een bepaalde politieke klasse zelfs zo beducht voor wat dit werk zou kunnen losmaken dat ze zowaar een claque had ingehuurd: een professionele club amokmakers. Meteen was de blijvende relevantie van opera in de 20e eeuw bewezen.

4 — Bewustwordingstheater
In Intolleranza 1960 is de hoofdrol weggelegd voor een emigrant. Zijn naam komen we niet te weten, zijn dromen daarentegen klinken steeds luider. Aanvankelijk is het vooral teleurstelling in het trieste lot dat hem als mijnwerker in zijn gastland te beurt viel die hem naar zijn vaderland doet verlangen. De vele onrechtvaardigheden en rampspoed die hij op zijn weg huiswaarts tegenkomt, doen vervolgens een nog brandender verlangen, naar vrijheid en rechtvaardigheid, in hem ontwaken. Intolleranza 1960 maakt ons getuige van dat proces van bewustwording. Het speelt zich bovendien af in een pijnlijk herkenbare realiteit, en op die manier trekt het ook de toeschouwer mee in het bad. Die wordt uitgenodigd hierover na te denken en aangemoedigd keuzes te maken. Met zachte maar duidelijk voelbare hand trachtte Nono zijn publiek een geweten te schoppen.

5 — Laterna magika
Een van de meest tot de verbeelding sprekende attracties op Expo 58 was ongetwijfeld het spektakel waarvoor bezoekers uren in de rij stonden aan het Tsjechoslowaakse paviljoen. Het droeg de ietwat mysterieuze titel ‘Laterna magika’, en was in zeven haasten opgezet door Alfréd Radok. Deze uit de gratie gevallen theatermaker mocht nog een keer opdraven om zijn land internationaal op de kaart te zetten als vooruitstrevende natie. En dat deed hij. Al bij het binnenkomen werd de bezoeker getrakteerd op een waar multimediaspektakel. Dansers en muzikanten gingen live in dialoog met een opgenomen versie van zichzelf die op grote schermen en vanuit in alle hoeken opgestelde luidsprekers werd afgespeeld. Het resultaat was een zinnenprikkelend Gesamtkunstwerk. Toen Nono een jaar later in Praag kennismaakte met datzelfde Laterna magika-theater, wist hij meteen dat zo zijn eigen muziektheater tot leven moest komen. Radok zelf zou hem daarbij tot zijn eigen grote spijt niet meer kunnen helpen, die was intussen opnieuw uit de gratie gevallen. Maar diens voormalige medewerker en decorontwerper Josef Svoboda zakte af naar Venetië om ook van Intolleranza 1960 een visueel overrompelende voorstelling te maken

Intolleranza 1960 speelt zich af in een pijnlijk herkenbare realiteit, en op die manier trekt het ook de toeschouwer mee in het bad
6 — Een nieuwe (klank)wereld
Was er, na de gruwel van Auschwitz, nog wel plaats voor kunst en schoonheid? De nieuwe generatie componisten had een duidelijk antwoord klaar: vanzelfsprekend wel, meer dan ooit zelfs. Maar, het moest wel nieuwe muziek zijn, die niet besmeurd was door het verleden. De jonge garde ontwikkelde een uiterst rationele compositiemethode, bekend als het serialisme. Daarmee schreven ze muziek die zelfs vandaag, meer dan 70 jaar later, nog radicaal modern aandoet. Blijkbaar koesteren onze hedendaagse oren nog altijd de verwachting dat dissonante samenklanken uiteindelijk zullen oplossen in een welluidende harmonie. Voor Nono en zijn collega’s behoorde die berustende logica toe aan een ander tijdperk dat een fatale afloop had gekend. Wie het traditionele verwachtingspatroon achter zich laat, zal er snel achter komen dat de samenklanken in deze muziek niet per se dissonant zijn. Het zijn gewoon andere kleuren waarmee Nono een uiterst expressief palet samenstelde. De uitzonderlijke schoonheid van zijn muziek vloeit voort uit een zeldzaam samengaan van abstractie en expressie.

avant-garde. © rr
7 — Intolleranza 2025
Kan een werk dat intussen meer dan zestig jaar geleden brandend actueel was vandaag nog relevant zijn? Als het aan de inhoud gelegen is alleszins wel, want die is helaas nog al te herkenbaar. Alles staat of valt bij de manier waarop Intolleranza 1960 gebracht wordt. Nono was de eerste om het belang van een eigentijdse taal en middelen te benadrukken. Verrassend genoeg lijkt zijn muzikale taal nog niets aan expressieve zeggingskracht te hebben ingeboet. Maar hoe revolutionair de simultane projecties van het Laterna magika-theater destijds ook waren, vandaag zijn we wat technologie betreft wel wat meer gewoon. Om de toeschouwers van Opera Ballet Vlaanderen op eenzelfde manier van alle kanten met beelden en muziek te overstelpen besloot de Duitse regisseur Benedikt von Peter om hen gewoon op het podium te laten plaatsnemen, tussen de zangers en omringd door het orkest. Anno 2025 is Intolleranza 1960 een immersieve totaalervaring geworden die niemand onberoerd laat.
