
Kom en zie het bloed in de straten
24.03.2025
een bijdrage van Guido De Bruyn voor LUNALIA
CORO is een project met een lange voorgeschiedenis.
Getriggerd door een gelijknamige compositie uit 1975 van Luciano Berio (met 31 gezangen) schilderde George De Decker een reeks van 31 doeken. De sleutelzin van waaruit Berio vertrekt is een versregel van Pablo Neruda:
“Venid a ver la sangre por las calles” of: “Kom en zie het bloed in de straten” – een cassante verwijzing naar de machtsgreep van generaal Pinochet in Chili in 1973.
Voor de tentoonstelling van deze cyclus schilderijen schreef De Decker vervolgens een compositie voor vrouwenstemmen, die als klankinstallatie werd gebruikt in de exporuimte van d’Ouwe Kerke in Retranchement (NL). Op deze klankband verwerkte hij de stemmen van Els Van Laethem, Anne Marie Honggokoesoemo en Herlinde Ghekiere – opnames met deze 3 zangeressen die hij in de loop der jaren heeft verzameld. Pianist Geert Callaert hoorde de klankband van deze expositie en vroeg om er een extra pianopartij aan toe te voegen.
Niet evident, maar een uitdaging die De Decker graag aanging, want hij had al eerder met succes samengewerkt met Geert Callaert voor zijn project WIT IN WIT: GOLDBERG VARIATIONS REVISITED in 2019.
George De Decker besliste om 2 extra delen aan de compositie toe te voegen, die de oorspronkelijke CORO voorafgaan:
I Madrigali
II Sonetto XXXI
III CORO
Zo wordt in 2025, exact 50 jaar na CORO van Luciano Berio, CORO van George De Decker gecreëerd. Of hoe een compositie van Berio, toevallig op de radio gehoord, uiteindelijk kan leiden tot een reeks schilderijen, een klankband en een compositie voor piano en tape.
Luciano Berio was de componist die het beeldend werk CORO inspireerde. Carlo Gesualdo (1566-1613) daarentegen bood voor De Decker de muzikale inspiratie. Dit is het verloop van het werk:
Part I: MADRIGALI (21’04)
Naast de compositie CORO heeft George De Decker er een nieuwe partituur aan toegevoegd: MADRIGALI. Om in hetzelfde klankidioom te blijven schreef hij ook hier voor piano solo en tape met zangstemmen. Het gaat dus om madrigalen voor piano, waarbij ook de stem voortdurend aanwezig is. Uitvoerend zangeres is hier Els Van Laethem – die al jarenlang vertrouwd is met zowel hedendaagse als renaissancemuziek. Op een gegeven moment komt haar stem zelfs polyfoon in dialoog met de piano, want op de klankband klinkt Van Laethem vijf- à zesstemmig, als een echt ‘CORO’ dus.
Deel 4 is een “nieuw” madrigaal. Een zangpartij van De Decker op een tekst uit het vijfde liedboek van Gesualdo: “ Madrigali libro quinto/ 2: S’io non miro non moro”.
Part II: SONETTO XXXI (10’02)
Omdat het schilderij XXXI zijn eigen compositie hoorde te krijgen, koos De Decker ook muzikaal voor een soort van overgang, een ‘modulatie’. Hier wordt het gebruikt als brug van Madrigali naar CORO. Met dezelfde bezetting: piano en klankband met de stem van Els Van Laethem.
Sonetto XXXI verwijst naar Sonetto XXXI van Francesco Petrarca.
PART III: CORO (22’45)