Abel Selaocoe © Phil Sharp

Met Bach in de township

12.10.2025

een bijdrage van Jordi De Beule voor DE SINGEL

Een cellist die de wereld van de Tiny Desk Concerts infiltreert, in het zog van hippe hitmakers als Doechii? Dat zie je niet elke dag. Het werk van Abel Selaocoe daagt de klassieke muziekwereld dan ook op meer dan één manier uit. In aanloop naar zijn concert in DE SINGEL, zoomen we in op het traject en de visie van de Zuid-Afrikaanse innovator.

Het verhaal van Selaocoe (spreek uit als ‘Selautcheei’) begint in Sebokeng, een township buiten Johannesburg, twee jaar voor de eerste vrije, multiraciale verkiezingen na de apartheid. Nieuwe kansen doen zich voor en stilaan opent ook het witte bastion van de klassieke muziek zich voor de rest van de bevolking. Om hen van de straat te houden, moedigen Selaocoe’s ouders hun kinderen aan om muzieklessen te volgen bij het African Cultural Organisation of South Africa. Geïnspireerd door een oudere broer die fagot speelt, kiest de jonge Abel aanvankelijk voor de blokfluit maar al snel zwicht hij voor de cello. De fascinatie is in de eerste plaats fysiek: de cello imponeert met zijn grootte en de manier waarop hij trilt. De kiem voor Selaocoe’s latere speelstijl waarbij de haren wel eens van de strijkstok vliegen en de cellist de melodie aanvult met lichaamspercussie? Vast staat dat het instrument geen evidente keuze is in de beginjaren. Gedurende lange tijd oefent Selaocoe thuis zonder cello, met een blad tegen de borst waarop hij de snaren heeft getekend. Of op een kale bezemsteel. Zo speelt hij in de eerste plaats wat zou kunnen zijn en in die verbeelding komt Bach meteen samen met de klanken van Sebokeng. Het wordt de basis voor zijn unieke esthetiek.

Abel Selaocoe © Phil Sharp
Abel Selaocoe © Phil Sharp

Keelzang

Fast forward naar 2025. Selaocoe heeft intussen een beurs bemachtigd om te studeren in Manchester, bleef er wonen en kwam er als muzikant tot volle wasdom. Beluister bijvoorbeeld hoe een 17de-eeuws stuk van Marin Marais de dans aangaat met Bantu-melodieën op zijn nieuwste album Hymns of Bantu. Selaocoe durft vrijheden nemen en weigert te geloven dat je hetzelfde klassieke werk steeds op dezelfde manier kan of moet spelen. Integendeel, bij elke interpretatie zeg je als muzikant: dit is waarom ik dit speel. Een partituur is dus een vertrekpunt voor expressie en voor de Zuid-Afrikaanse cellist hoort daar ook zingen bij. De kliktaal waarin hij dit doet, geeft hem een extra percussief element, maar het zijn vooral de onwerkelijke boventonen die de muziek ontwortelen en naar nieuwe oorden brengen. Het doet denken aan Mongoolse keelzang, maar je vindt dezelfde zangstijl terug in Zuid-Afrika (Umkolo, meestal gezongen door vrouwen) en Tanzania. “Door zo te zingen, wilde ik wat spiritualiteit in mijn muziek blazen,” gaf Selaocoe aan in een interview met Prestomusic. “Daarom ging ik in de leer bij mensen die al hun hele leven zo zingen. Maar ik wilde het op een moderne manier doen. Ik heb altijd gestreefd naar een open geest qua geluid. Naar muziek waarin Afrikaanse, klassieke en hedendaagse elementen samen bestaan.” In dit kader probeert Selaocoe ook de melodie van Afrikaanse talen vast te leggen in zijn composities. Daarbovenop bestudeert hij hoe hij de muziektraditie van de Afrikaanse viool, die maximaal twee snaren telt, te vertalen naar de cello. Een project dat naar eigen zeggen een leven lang zal duren.

 

Improvisatie als instrument

De fusie van tradities is niet de enige vrijheid die Selaocoe neemt in zijn uitdrukkingsdrang. Ook improvisatie is een belangrijk element in zijn praktijk. Een eerste reden hiervoor vinden we opnieuw in zijn jeugd: bij gebrek aan toegang tot partituren, moest de jonge cellist zich vaak laten leiden door zijn oren. Opnames van concerten op de radio probeerde hij zo goed mogelijk te benaderen, met vallen en opstaan, met zijwegen, door zich over te geven.

Deze speelse leermethode nestelde zich in zijn spel en kreeg later ook een spirituele kant. Improvisatie werd een pad naar Moya, een Zuid-Afrikaans begrip voor de staat van mindfulness die je plots kan bereiken tijdens het bidden, waardoor je niet piekert over vroeger noch later, maar gewoon in het moment bent.

 

Nieuw werk

Ook in DE SINGEL zal spiritualiteit zijn plaats krijgen tijdens het aanstaande soloconcert van Selaocoe, door middel van enkele boeddhistische verzen over vreugde die geloopt, geknipt, herordend, herhaald worden tot er een heel eigen mantra ontstaat. Het is de vrucht van een internationale samenwerking met componist Michel van der Aa (Nederland) en pianist-componist Ben Nobuto. Terwijl de eerste bekendstaat om zijn innovatieve benadering van componeren, wordt de laatste geroemd om zijn uiterst hedendaagse stijl. Op het moment van schrijven, werken de drie nog volop aan creaties die in Antwerpen voor het eerst aan een publiek gepresenteerd zullen worden, naast interpretaties van Bach, Kit Downes en Colin Alexander. De inspiratie komt voort uit de natuur, tradities uit Botswana en begrippen als Ubuntu, onze menselijkheid. Dat laatste staat dan ook centraal in de concerten van Selaocoe. “Ik wil dat mensen samen genieten van mijn concert,” deelde hij ooit met Gasteig. “Door samen muziek te beleven, worden we metgezellen.”

Afspraak op woensdag 5 november?