
Playful shadows – Spel en plezier in De Singel
19.01.2025
een bijdrage van Britte Van den Broeck en Zita Watteyne voor De Singel
Aart Strootman – Soundscapes met een vleugje muzikale rebellie: in een warm klankbad met Satie en Aphex Twin
Wat hebben een eigenzinnige pionier van elektronische muziek en een excentrieke componist uit het fin de siècle gemeen? Op het eerste gezicht lijken Aphex Twin en Erik Satie muzikale werelden van elkaar verwijderd. Maar klopt dat wel? Op het programma van dit concert staat een intieme ontmoeting tussen deze twee vrijdenkers. Aart Strootman maakt hun muzikale verwantschap hoorbaar met dromerige gitaararrangementen.
Wetenschapper, genie, kwajongen?
Harde beats, razendsnelle dansmuziek en verregaande elektronische experimenten hebben Aphex Twin, oftewel Richard D. James, de reputatie van ‘gekke wetenschapper van de elektronica’ opgeleverd. De Ierse muzikant en producer begon op jonge leeftijd te experimenteren met allerlei geluiden: van huishoudelijke voorwerpen tot pianosnaren en de piepjes en deuntjes van vroege elektronica en oude computerspelletjes. Vanaf de late jaren 1980 stond hij al op dansfeestjes en in de lokale clubs van Cornwall zijn eigen elektronische tracks te draaien. De innovatieve manier waarop Aphex Twin het potentieel van elektronica als instrument tot aan haar grenzen probeerde te drijven, heeft golven gemaakt in het elektronische muzieklandschap van de jaren 1990.
Zijn wilde, dansbare oeuvre mag dan wel opvallen, maar Aphex Twin trok ook de aandacht in een genre dat net bekendstaat voor haar aritmisch, introspectief karakter. In ambient muziek krijgen klankkleuren en -texturen voorrang op muzikale vorm en structuur. Atmosfeer scheppen, dat is het hoogste doel. Heel concreet vertaalt men ‘ambient’ naar ‘omringend’. Paradoxaal genoeg is ambient muziek een muziek die in de omgeving opgaat, maar ook de luisteraar omhult in een tijdloos landschap van kleuren en emoties.
James’ eerste Aphex Twin album, Selected Ambient Works 85-92 (1992) was zijn officiële intrede in het genre en werd een onmiddellijke hit. De muziek was een huwelijk tussen ambient en dansmuziek met invloeden uit techno en house. Zijn tweede album ging daarentegen een donkerdere en abstracte toer op. Selected Ambient Works Volume II (1994) verlaat de strakke ritmes van het eerste volume en mediteert op uitgesponnen, gelaagde, soms akelige synthesizertexturen.
Naast zijn muziek heeft James een mythologisch aura rond zichzelf en zijn creatieve proces gecultiveerd. Hij maakt er een sport van om zijn publiek voor de gek te houden en te laten raden naar de waarheid achter zijn uitspraken. Tegendraads en onvoorspelbaar gedrag is zijn handelsmerk. Zijn muziek beweegt zich ook vrij en steeds verrassend over de grenzen van genres en stijlen heen. Het hokje van ambient is te klein voor hem, maar desondanks bestaat er tussen Richard D. James en ambient muziek een wederzijdse impact die niet te ontkennen valt.
Van muzikaal bemeubelen tot ambient
Strootman is niet de eerste die de link legt tussen de futuristische klanken van Aphex Twin en de contemplatieve pianowerken van Erik Satie. De verschillen tussen deze twee klanktovenaars verdwijnen naar de achtergrond als je hun muzikale experimenten bekijkt in het licht van de evolutie van ambient muziek.
Om te begrijpen hoe die verhouding in elkaar zit, moeten we van Cornwall even terugblikken naar het Parijs van het interbellum. Erik Satie, nu gekend en geliefd voor zijn mijmerende Gymnopédies en Gnossiennes, was best een rare vogel tussen zijn tijdgenoten. Hij keerde de romantische zwaarte van de 19de eeuw bewust de rug toe om zich te concentreren op eenvoud, herhaling en, voor zijn tijd, onconventionele harmonieën. Hij heeft een aantal bizarre anekdotes en raadselachtige gewoonten op zijn naam staan: hij at bijvoorbeeld enkel witte voeding en liet na zijn dood meer dan 100 paraplu’s achter in zijn appartement. Net zo eigenzinnig en onvoorspelbaar als Richard D. James, kon Satie zich wel vinden in het naoorlogse dadaïsme. Muzikaal experimenteerde hij vaak met speelse, humoristische ondertonen. Zo schreef hij bijvoorbeeld zijn satirische Vexations (1893), dat de uitvoerder 840 keer zou moeten herhalen: een uitdaging die wel tot 22 uur lang kan duren en waar we ons alvast vanavond niet aan gaan wagen.
Nog een bijzonder voorbeeld, zijn een vijftal korte, experimentele stukken die zijn concept van ‘musique d’ameublement’ moesten demonstreren. Deze stukken zijn opnieuw bedoeld om eindeloos te herhalen, niet als een kwelling zoals Vexations, maar als een onderdeel van de inrichting van je huis. ‘Musique d’ameublement’ kan op de achtergrond, bijvoorbeeld, de straatgeluiden van buiten dempen, stiltes invullen en huiskamergesprekken van een soundtrack voorzien. Met muziek de achtergrond ‘bemeubelen’ is een idee waarmee Satie indirect meegebouwd heeft aan wat we nu ‘muzak’ noemen: lichte achtergrondmuziek in openbare ruimtes zoals winkels en restaurants. Begrijp Satie niet verkeerd: het gaat hier niet om nietszeggende of saaie deuntjes, maar een vorm van muziek die kan opgaan in het geheel als een auditief decor. De aandacht voor muzikale atmosfeer maakt Satie een voorloper op het ambient genre.
In onze tijd hoor je de ‘musique d’ameublement’ nooit, maar je hebt zeker al andere werken van Satie gehoord op de achtergrond van een winkelbezoek, een film of in de dokterspraktijk. Zijn experiment is niet geslaagd zoals hij het eerst voor ogen had. Toch deed Satie, bedoeld of onbedoeld, een treffende voorspelling over hoe we in de toekomst ook anders naar muziek zouden luisteren: om de ruimte op te vullen en onze dagelijkse routine te verrijken met klank en sfeer.
Dit weerklinkt later opvallend herkenbaar in de woorden van Brian Eno, toen hij voor het eerst in 1978 vastlegde dat ambient “must be able to accommodate many levels of listening attention without enforcing one in particular; it must be as ignorable as it is interesting”.
De kwajongen van de elektronische muziek en de eigenaardige nonkel van de ambient. Aart Strootman brengt deze twee uitersten met hun soundscapes op het podium vanuit het perspectief van zijn eigen instrument.
De liveset van Strootman selecteert uit Selected Ambient Works II de kalmere, zwevende ambient werken. Ook latere creaties van Aphex Twin, bijvoorbeeld, Btoum-Roumada, van zijn album Drukqs (2001) en aisatsana uit zijn comeback-album Syro (2014) krijgen op gitaar een nieuwe dimensie.
Van Satie kiest Strootman voor beknopte pianowerken zoals Prière, een statig sobere oefening in harmonie die nog geen twee minuten duurt. Het fragment werd na zijn dood ontdekt tussen zijn papieren en schetsen. We kunnen niet weten of het stuk al dan niet afgewerkt is, of zelfs nooit voor publicatie bedoeld was.
Strootman arrangeerde ook de Danses gothiques (1893) uit de eerdere, mystieke periode van Satie. Deze meditatieve ‘dans’ is opnieuw een bescheiden aaneenrijging van terugkerende ritmische en melodische motieven.
Tot slot nemen zijn Pièces froides: Danses de travers I-III (1912) de luisteraar bij de hand voor drie korte, opeenvolgende ‘kromme’ dansen over repetitieve, gebroken akkoorden met fascinerende harmonische variaties. Satirisch absurde instructies voor de uitvoering vergezellen de partituren van Danses de travers. De muzikant moet de muziek ‘toujours’ spelen, un peu cuit’ of ‘sans bruit’, enzovoort.
Het concept van Strootman krijgt verder vorm door de samenwerking met 4DSOUND. De muziek neemt een extra ruimtelijke dimensie aan dankzij deze technologie die haar driedimensionaal in de zaal projecteert. De muzikale sferen, texturen en kleuren krijgen de kans om de luisteraar daadwerkelijk te omhullen met een immersief, ervaringsversterkend klankbad. Misschien mogen we dit nog een andere vorm van muzikaal bemeubelen noemen, waar klanken hun eigen plekje krijgen om van zich te laten horen, opgemerkt en bewonderd te worden: een zorgvuldig ontworpen binnenhuisarchitectuur van geluid.
Britte Van den Broeck


Helena Basilova – Hommage aan Ryuichi Sakamoto
In de studio van Nils Frahm creëerde de Amsterdamse pianiste Helena Basilova een album ter ere van de Japanse componist Ryuichi Sakamoto. Met haar interpretaties van zijn werken brengt ze een hommage aan Sakamoto’s grensverleggende oeuvre en laat ze zijn muzikale nalatenschap herleven. Het album ontvouwt zich als een immersieve soundscape die de luisteraar volledig onderdompelt in Sakamoto’s impressionistische klankenwereld.
Ryuichi Sakamoto stond bekend als visionair en pionier in de hedendaagse muziek. Zijn omvangrijke oeuvre omvat uiteenlopende genres, zoals klassieke muziek, jazz, filmmuziek en experimentele elektronische muziek. Sakamoto verweefde deze stijlen moeiteloos, wat resulteerde in een herkenbare, eigen klank. Een belangrijke inspiratiebron daarbij was het gedruis van Tokyo, de stad waarin hij opgroeide. Hij raakte gefascineerd door haar alledaagse geluiden, zoals het ritme van de overvolle trein waarmee hij dagelijks naar school pendelde. Deze aandacht voor de klanken van het dagelijks leven werd een kenmerk van zijn compositorische stijl.
Niet alleen zijn eigen omgeving, maar ook de westerse muziekgeschiedenis inspireerde hem. Aan de avant-gardecomponist John Cage ontleende Sakamoto een vernieuwende kijk op klank en ook componisten zoals Johann Sebastian Bach, Claude Debussy en Pierre Boulez inspireerden hem. Hij combineerde deze invloeden met zijn eigen muzikale taal, wat hem de bijnaam ‘moderne impressionist’ opleverde. Zijn werk weerspiegelt een subtiele vermenging van de complexiteit van klassieke muziek met de sfeer en vrijheid van elektronische- en popmuziek.
Nadat Sakamoto in de jaren 70 zijn studies compositie en etnomusicologie voltooide, nam hij de rol op van pianist en songwriter bij Yellow Magic Orchestra (YMO). Met deze driekoppige band legde hij mede de basis voor het synthpop-genre. YMO verenigde traditionele muziek met innovatieve elektronische klanken en anticipeerde op de opkomst van electropop. Daarnaast zette de band ook in op bewustwording rond gevoelige sociaal-politieke thema’s.
Ook tijdens zijn solocarrière experimenteerde Sakamoto met uiteenlopende muzikale werelden. Hij was een meester in het toevoegen van elektronische klanken aan genres die daar traditioneel niet mee werden geassocieerd. Zijn muzikale exploraties brachten hem, vooral in zijn pianowerken, vaak terug naar het impressionisme. Sakamoto’s oeuvre belichaamt een fluïde beweging tussen verleden, heden en toekomst en vormt een brug tussen traditie en innovatie.
“Anything can be music”
Sakamoto’s creatieve proces was sterk geworteld in improvisatie. De Japanse componist transformeerde spontane momenten van inspiratie tot gelaagde composities. “Anything can be music” werd zijn houvast, waarmee zelfs een ‘foute’ noot kon uitgroeien tot een fris muzikaal idee. In het project Glass, een geïmproviseerde compositie in samenwerking met Alva Noto, werd het Glass House van Philip Johnson een instrument. Sakamoto was geïnspireerd door de modernistische architectuur en gebruikte metalen en glazen oppervlakken als klankbronnen. De vrijheid om te experimenteren definieert ook Sakamoto’s interdisciplinaire projecten, zoals All Star Video (1984) met Nam June Paik en de multimedia-opera LIFE (1999) met Shiro Takatani. Hierin onderzocht hij de relatie tussen klank, ruimte en visuele kunst.
Naast installaties en multidisciplinaire projecten was Sakamoto ook een prominente componist in de filmwereld. Hij schreef filmmuziek voor onder andere Merry Christmas Mr. Lawrence (1983), The Last Emperor (1987), The Revenant (2015) en Monster (2023). In verschillende films nam hij ook acteerrollen op zich. In de latere jaren van zijn carrière omarmde Sakamoto thema’s van vergankelijkheid en natuur, zoals te horen is op zijn album Async en in de documentaire Ryuichi Sakamoto: Coda. Geïnspireerd door vluchtige geluiden en milieuproblemen reikt Sakamoto’s werk verder dan muziek, met initiatieven zoals herbebossingscampagnes en acties tegen kernenergie. Hij riep de mensheid op om aandachtig te luisteren naar de kwetsbare schoonheid van de wereld.
De piano speelde een centrale rol in Sakamoto’s oeuvre. Hij ontdekte het instrument op jonge leeftijd en beschouwde het als een onuitputtelijke bron van muzikale mogelijkheden. Pianiste Helena Basilova deelt deze fascinatie en heeft de piano een prominente plaats gegeven op haar album. Met haar interpretaties verkent ze de veelzijdigheid van het instrument en brengt ze Sakamoto’s muzikale visie tot leven.
Voor Homage to Ryuichi Sakamoto selecteerde Basilova composities uit de iconische albums Insen, 12, Out of noise, Async en Playing the Piano. Sakamoto’s werken omvatten een breed scala aan emoties en klanken: van serene, introspectieve melodieën tot weidse, dromerige soundscapes. Basilova weet met haar eigen interpretatie de rijke klankwereld van Sakamoto te herdefiniëren, waarbij ze haar eigen speelstijl en timing naadloos verweeft in diens composities.
In het werk Andata, het openingsstuk van Sakamoto’s album Async, introduceert de piano een melancholisch thema. Sakamoto verrijkt dit met ruis en transformeert het naar een plechtige versie door een orgelklank toe te voegen. De ruis en elektronische geluiden worden geleidelijk prominenter, wat leidt tot dissonantie en wrijving binnen het werk. Deze elektronische elementen, met hun filmische invloeden, voelen aan als een overweldigende golf die je meesleept. Wanneer Basilova Andata interpreteert, fungeren de elektronische klanken meer als ondersteuning voor het thema bij de piano. De dissonante drone verschijnt alsnog, maar op een later moment in het stuk, waardoor de timing van de wrijving verschuift en een andere dynamiek ontstaat.
Tijdens haar optredens, zoals het concert in samenwerking met het Amsterdamse 4DSOUND in de Theaterstudio van DE SINGEL, creëert Basilova een immersieve luisterervaring. 4DSOUND is voortrekker op het gebied van ruimtelijke audiotechnologie en transformeert de concertruimte tot een klankbad waarin de muziek van Sakamoto en Basilova volledig samensmelt. Hun unieke “spatial audio” technologie zorgt ervoor dat klanken een bijkomende diepte en dimensionaliteit krijgen, waardoor het publiek niet alleen de muziek hoort, maar deze bijna tastbaar kan ervaren.
Zita Watteyne