
Verborgen in het volle zicht
03.10.2024
De luisteraar – die steevast ook kijker is! – wordt meegenomen doorheen een labyrint van nieuwe perspectieven.
Het is al ruim tien jaar geleden dat Nadar Ensemble en componist Michael Beil elkaar voor het eerst ontmoetten in het zonovergoten Tel Aviv. Pianiste Elisa Medinilla zette toen haar tanden in Beils Mach Sieben voor piano, video en electronics. Dat werk maakte inmidels deel uit van verschillende Nadar-programma’s, met uitvoeringen van Sint-Petersburg tot Buenos Aires. Met Hide to Show creëert het ensemble na Exit to Enter (2013) en BLUFF (2015, regie Thierry Bruehl) voor de derde keer een scenische compositie van Michael Beil, de meest grootschalige tot nu toe.
Het oeuvre van Michael Beil cirkelt in steeds weer andere bogen rond terugkerende thema’s zoals virtuele realiteit, vervalsing, imitatie en paradoxen. In Hide to Show plaatst hij vraag- en uitroeptekens bij de wondere wereld van het internet – met zijn eindeloze stroom aan memes, covers, parodiën en deep fakes een goudmijntje voor de componist. In technisch opzicht vallen electronics en live (!) video op als typerende elementen in het werk van Beil. Door de live muzikanten te confronteren met audio- en video-opnames rafelt hij hun acties op het podium uiteen in beeld en klank. Die losgemaakte elementen worden bouwstenen die de componist naar believen kan herschikken, aan elkaar lijmen en boven elkaar stapelen. De luisteraar – die steevast ook kijker is! – wordt zo meegenomen doorheen een labyrint van nieuwe perspectieven. Op een virtuoze, vaak catchy mengelmoes van live muziek en electronics heersen verwondering, verwarring en vervreemding. Muzikale referenties zijn alomtegenwoordig – van een streepje Messiaen in Exit to Enter en een Rachmaninov-riedel in Key Jack tot Belgische New Beat en de mateloos populaire Ievan Polkka in Hide to Show.
‘Sketch me, mask me, crop me, get my parodies’ avatar.’ (Online is the new alone)
Hide to Show zet de coulissen wagenwijd open terwijl de muzikanten zich voor de ogen van het publiek voorbereiden op de voorstelling, elk in hun eigen kamertje. Ze spelen een stukje, ze kleden zich om of dansen op de muziek in hun koptelefoons. Na de bewegingen van de muzikant op het podium komt nu ook diens handelen in de beslotenheid van de backstage op Beils artistieke ingrediëntenlijst te staan. Sommige acties lijken losjes en spontaan, andere zijn duidelijk strak geregisseerd – geënsceneerde nonchalance, bedoeld voor de camera. Maar we krijgen niet zomaar alles te zien. De musici verstoppen zich achter hun kostuums, op- en afgaande gordijntjes en opnames van zichzelf, waardoor de persoon zelf alsnog onzichtbaar blijft. Een parallel met sociale media is snel gemaakt. Verborgen achter je profielfoto of avatar kan je in de virtuele wereld als individu naar buiten treden zonder jezelf ooit echt te tonen. Je kan een foto of filmpje steeds opnieuw maken, de hulp van filters, Photoshop en Auto-Tune inschakelen, en enkel de beste versie posten. Vanuit je eigen isolatie kan je op die manier gemakkelijk aansluiten bij een groep. Zo ook in Hide to Show: terwijl de muzikanten alleen zijn in hun kleedhokjes, overziet het publiek hun onderlinge samenhang, netjes in sync. In het echte leven is alles ingewikkelder en iedereen imperfect.
‘It’s an imitation. There’s remedy for reality.’
Doorheen de hele voorstelling dansen de gordijntjes (jaloezieën) op en neer. Ze verbergen (hide) letterlijk om te kunnen tonen (show). Met open latjes kan het publiek binnengluren in de kamertjes, helemaal gesloten verbergen ze de stoelendans van de muzikanten. Tegelijk veranderen ze in een projectievlak. Wat daarnet nog een vluchtige beweging was, wordt nu door herhaling, verdubbeling en imitatie in detail uitgelicht. Daarbij wordt het steeds minder duidelijk waar de tastbare werkelijkheid eindigt en virtual reality begint.
Een bijzondere rol is weggelegd voor de Ievan polkka, een van oorsprong Russische volksmelodie die via een Finse a capella-groep in een TV-show en op YouTube belandde. Eens opgepikt in Japan volgden vele covers, maar het internet ontplofte pas echt toen het nummer gecoverd werd door Hatsune Miku. De blauwharige Japanse verschijning is een virtuele popzangeres, die ook als hologram optreedt in echte concertzalen. Terwijl de melodie zich met elektronische pliepjes als oorwurm in het geheugen van de luisteraar nestelt, banen de muzikanten nieuwe dwaalsporen in het oerwoud van covers. Het wordt al snel onmogelijk om uit te maken waar de grens loopt tussen origineel, cover en parodie. En was het origineel überhaupt echt?
‘Algorithms, ones and zeros. I will always be a network, you are all alone.’
Temidden de warboel van imitaties en memes componeerde Michael Beil een unheimliche parodie op In my room van The Beach Boys. Het scènebeeld en de kostuums ademen dezelfde look and feel, maar de muziek vertelt een ander verhaal. Het lijkt erop dat algoritmes de controle hebben overgenomen. Koelbloedig neemt het artificieel intelligente netwerk afscheid van de gedachte dat de mens zijn meerdere is: ‘Hello human, don’t you dare. Leave my future mine. Once I thought that we could share, now I do decline. I last forever.’
Hide to Show voelt als een afdaling in wonderland. De voorstelling leidt de toeschouwer steeds dieper in het doolhof van vragen, maar achter elke hoek schuilt ook een nieuw gezichtspunt. Precies door de contradicties tussen de virtuele en de tastbare realiteit op de spits te drijven, wordt ons hedendaagse schipperen tussen die twee werelden voelbaar. De paradox verdwijnt niet, in tegendeel.
Deze tekst van Rebecca Diependaele voor Nadar Ensemble verscheen eerder al bij Concertgebouw Brugge en DE SINGEL